Orgels in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Kofferorgel voor het koor (Nagels, 2000)

Sint-Hubertuskerk

Klavier  / Kofferorgel voor het koor (Nagels, 2000) - Sint-Hubertuskerk
Architectuur, plaats, inplanting  / Kofferorgel voor het koor (Nagels, 2000) - Sint-Hubertuskerk
 Klik op een foto om te vergroten
HET INSTRUMENT
Orgelkast - bouwdatum 2000
Orgelkast - architect - bijzonderheden Positief-koffer
Orgelkast - plaats In het koor (verhoogd koor), rechts van het altaar, tegenover het schip
Gebruikte materialen Eikenhouten geraamte; weichselhut voor de uitneembare panelen opzij, achteraan en bovenaan; smeedijzer voor het traliewerk van het front. Eik en smeedijzer voor de lessenaar. Frontale pijpen in orgelmetaal.
Opstelling van de pijpen Van links naar rechts, pijpenfront van 2', diatonisch : C# à b,(),c'#,(),d'#,(),f',(),f'#,(),e',(),d',(),c',(),a# tot C, waarbij () de stomme pijpen aanduidt. In totaal 31 sprekende pijpen en 8 stomme. Elke pijp is voorzien van een metalen staafje vastgelast aan de voet en vastgezet in een gleuf in het pijprooster, waardoor de mond van de pijp evenwijdig blijft met het front.
Beschrijving van de orgelkast Kofferorgel (132 x 65,5 x 94,5 [H]cm) Front gevormd door een veld van pijpen van 2', met daarboven een zwart metalen traliewerk. Aan de zijkanten en achteraan : (verwijderbare) opengewerkte panelen (uitgesneden vierkanten van 4 x 4 cm). Vol paneel (opklapbaar, met houten knoppen die dienen als galmborden) aan de bovenkant. Het bovenste gedeelte loopt achteraan door in een overstek waarin het manuaal is ingebouwd en waaruit de registertrekkers steken. De bovenkant van het instrument ziet er dus uit als een blad van 132 x 74 x 11 cm.
Speeltafel - beschrijving Manuaal aan de achterkant van het instrument, ingekapseld in de overstek en daaruit stekend. Excentrisch aan de rechterkant (kant C) van het instrument. Eikenhouten bank (54,8 x 23 x 56 [H]cm).
Persoon belast met het onderhoud Mark Nagels
Temperatuur Gelijkzwevend
Akoestiek 4,8 seconden
Orgelbouwer(s) Mark Nagels
HET INSTRUMENT
Orgelbouwer(s) Mark Nagels
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
WERKEN
Type werkzaamheden Stemmingen van het orgel
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
Werken
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel
Structuur speeltafel en muziekstaander 
Eén transponeerklavier, uitstekend uit het meubel, aan de achterkant van het instrument.
Lessenaar in smeedijzer (traliewerk), omlijsting in eik, wegklapbaar, 63 x 26 cm.
Aantal klavieren 
1
Omvang van de klavieren 
56 toetsen
Beschrijving van de toetsen 
Ebbenhouten fineer, dat 2 mm langer is dan de toetsen.
Rechte neuzen (zonder fineer).
Breedte van de toetsen 
22 mm
Diepte van de toetsen 
113 mm
Breedte van het octaaf 
163 mm
Beschrijving van de boventoetsen 
Fineer van been.
Rechte neuzen (zonder fineer).
Diepte van de boventoetsen 
64 mm
Beschrijving van de bakstukken of kader 
Het manuaal is ingebouwd in de hoofdkast (raam van 79,5 x 12,3 x 7 cm).
Registers 
Acht houten trekkers met doorsnede 19 x 9 mm rechts van het manueel, gerangschikt in twee rijen van vier trekkers. De bovenste trekkersstemmen overeen met de boventonen van het manuaal, de onderste met de bassen.
Achtereenvolgens van links naar rechts 8'/4'/2'/1'1/3.
Alle registers zijn dus gesneden.
Toebehoren 
De schakelaar van het windwerk bevindt zich rechts van de registers, achter de overstek (holte op deze plaats).
Een rood signaallampje, rechts van de registers, geeft aan of de schakelaar is aangezet.
Adresplaat 
Rechts van het manuaal, na de registers, plaatje in mahoniehout met de vermelding "Nagels" (inlegwerk in witte letters).
 
Klavieren en voetklavieren
  • Naam 
    Enig
    Omvang 
    56 toetsen, C - g'''
    Registers 
    Bourdon 8' b./d.
    Flûte 4' b./d.
    Doublette 2' b./d.
    Larigot 1'1/3 b./d.
    Bijzonderheden 
    Geen namen voor registers.
    Transponeerklavier door verplaatsing naar links van de toetsen (440-415 Hz [met verlies van de C in, positie 415]).
    Gesneden klavier (c'/c'#).
 
Tractuur
  • Noten 
    Directe persmechaniek
    Toetsen 
    Staartklavier
    Traject en beschrijving van de mechaniek 
    Mechanisch vertikaal aan de achterkant van het instrument.
    Eikenhouten abstracten met vierkante doorsnede (6 mm), die onder het manueel uitlopen in een regelbare knop van kunststof (geen messingvijs in de abstract) en dat langs onder in een messing staafje dat rechtstreeks op het ventiel duwt.
    Beschrijving van de registers 
    Alle registers zijn mechanisch.
    Houten registertrekkers, rollers met vierkante doorsnede (8 mm); armen en rollers van messing.
    Metalen schuifregisters.
    Wellenbord 
    Vertikale wellenbord, enkel voor de 12 eerste toetsen van kant C# (nl. C#, D#, F, G, A, H, c#, d#, f, g, a, h).
    Rollers met vierkant doorsnede (8 mm), armen en rollers in messing, assen in staal, pijproosters in hout.
 
Windladen
  • Inplanting 
    De windlade bevindt zich in de sokkel van het instrument, parallel met het front
    Aard 
    In eik, grenen en Multiplex.
    Met tooncancels.
    Kleppenkast achteraan, gesloten door drie ingewerkte tappen, sluiting door messing staafjes die pivoteren in groeven aangebracht in het hout van de hoofdkas.
    Ventielen met staartveer, niet gelijmd, geschikt in 44 + 12 (de bassen aan de kant C#). In het midden van de kleppenkast maakt een waterdichte ruimte (rubberdoek + dierenvel) een 'centrale' registertractuur mogelijk van de registers (excentrisch aan de kant van C#). Op die manier vereist elk 1/2 register de verplaatsing van 2 slepen voor de bassen (kant C + kant C#), maar van slechts één voor de hoge tonen (die zich alle bevinden aan de kant C").
    Pijprooster in eik.
    Vervoeringen in koper : het volledige front, evenals de twee eerste octaven van de kant C#.
    Voor de bourdonbassen in hout (namelijk de 10 eerste pijpen) : steun van de vervoering in grenen, windkanaal in Westaflex.
    Opstelling van de pijpen 
    Diatonisch C (rechts/C# (links) tot aan de H, of 24 baspijpen voor elk register (12/12); de grootste pijpen staan de buitenkant.
    De opstelling verloopt daarna chromatisch, in het verlengde van de 12 bassen van kant C, op 2 of 3 rijen, volgens de grootte van de pijpen.
    Beschrijving van de pijpstok 
    Vanaf het front : 2', 4', 1'1/3, 8'
 
Pijpwerk
  • Bijzonderheden 
    Homogeen pijpwerk; alle pijpen lijken origineel.
    - Metalen pijpen in orgelmetaal : elke pijp draagt de vermelding van de noot, gegraveerd in het metaal, evenals een metalen staafje vastgelast aan de voet dat in een gleuf van het pijprooster steekt en zo een verplichte positie geeft aan elke pijp; fijne kernprikken.
    - Houten pijpen in eik.
  • Beschrijving 
    2' : front (hoger beschreven) : 39 pijpen waarvan 31 sprekend (van C tot f'#); licht konische pijpen, stemkrul behalve op de stomme pijpen (deze dragen geen vermelding van de toonhoogte, maar de gegraveerde vermelding BL). De verhoudingen tussen de lengtes van het corpus en de voet : van 4,6 voor de C (57,5/12,5 cm) tot 0,33 voor de f'# (9,2/ 28,3 cm). De rest van het register (vanaf g') bevindt zich achter het front, op chromatische wijze; geen stemkrullen.
    4' : gedekte pijpen met gelaste hoed (gewelfd) voor de 20 eerste pijpen, daarna met roer (gelast) tot aan g''. Al deze pijpen hebben zijbaarden. Open pijpen zonder zijbaarden vanaf g''#.
    1'1/3 : alle pijpen zijn open zonder zijbaarden, stemkrul tot aan b.
    8' : de 10 baspijpen zijn in hout, gedekt, vervoerd en horizontaal geplaatst; mobiele tappen met koord; tong van zink onder de onderste lip van C# en G#. Daarna metalen pijpen met gelaste hoed, met zijbaarden; 4 pijpen zijn bovendien gekropt : A# en B (om onder het deksel te kunnen), g en b (om plaats te vinden onder het windwerk).
 
Windvoorziening
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Schepbalg
 
Windkanalen
  • Beschrijving 
    Verticaal, kant C# van de ventilator
    Materialen 
    Eik
    Afmetingen 
    8 x 8,7 cm
 
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel Klavier(en) en voetklavier(en) : 1
Klavier(en) en voetklavier(en) Enig
Tractuur
 Directe persmechaniek
Het gebouw
Sint-Hubertuskerk

Sint-Hubertuskerk

Adres : Jagersveld
1170 Watermael-Boitsfort
Bouwstijl : Neogotiek
Bouw : 1914-1937
Bouwperiode : 20ste
Bouwstijl : Neogotiek
Orgel(s) aanwezig in dit gebouw