Neogotisch orgel (De Lil, 1920)

Kapel van het Instituut Sacré-Cœur de Lindthout

Voor. Volg.

Architectuur, plaats, inplanting / Neogotisch orgel (De Lil, 1920) - Kapel van het Instituut Sacré-Cœur de Lindthout

Klik op een foto om te vergroten

+ Toon meer beelden

HET INSTRUMENT

Orgelkast - bouwdatum 1920

Orgelkast - plaats Op de galerij

Orgelkast - stijl Neogotisch

Gebruikte materialen Eik en enige panelen in grenen met eik

Opstelling van de pijpen Vijf velden, dat in het midden is het hoogste, in grootte aflopend naar de zijkanten met elke 7 pijpen van het Principaal in geschilderd ijzer of zink. Centrale veld : B, G#, F#, F, G, A, H. Oren, wellen en . Links : Tot c''. . Rechts : tot eb''. Idem. Achter het front, C tot E in ijzer of zink, idem. Op de galerij zijn er nog twee beelden en tween kandelaars.

Beschrijving van de orgelkast Drie velden in eik, met verlenging naar achteraan tegen de wand. Décorations soignées de style néogothique avec feuillage et filets dorés. De kandelaars op voet (origineel) die de speeltafel moesten verlichten zijn in 1999 verdwenen. Het Reciet is uit grenen gemaakt zoals de jalouzieën die beginnen ter hoogte van het middel van de pjipen hoogte.

Speeltafel - stijl In harmonie met de orgelkast

Speeltafel - plaats Omgekeerd voor het instrument en op een podium geplaatst

Speeltafel - materialen Eik

Bouw - bijzonderheden Ingevoerd door De Lil

Persoon belast met het onderhoud Niemand

Akoestiek Overvloedig

Orgelbouwer(s) August Laukhuff

HET INSTRUMENT

Orgelkast - stijl Neogotisch

Speeltafel - stijl In harmonie met de orgelkast

Orgelbouwer(s) August Laukhuff

HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT

Historiek Gebouwd ou installation rond 1920. Er is een plaatje « De Lil » maar het orgel is kennelijk uit Duitsland ingevoerd (Laukhuff) en door De Lil of althans onder zijn supervisie gemonteerd.
Sinds 20 jaar niet meer in gebruik maar zeer goed bewaard.

DOCUMENTATIE

Titel Avant-projet de restauration de l'orgue de la chapelle du Centre scolaire du Sacré-Cœur de Lindthout. October 1999.

Auteur ?

Herkomst Pierre Wibrin, directeur adjoint

HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT

Historiek Gebouwd ou installation rond 1920. Er is een plaatje « De Lil » maar het orgel is kennelijk uit Duitsland ingevoerd (Laukhuff) en door De Lil of althans onder zijn...

TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT

Speeltafel

Structuur speeltafel en muziekstaander
Vrijstaand.
Eik.
Oversteek 28 mm.

Aantal klavieren
2

Omvang van de klavieren
56 toetsen, C - g'''

Beschrijving van de toetsen
Grenen toetsen met ivoor belegd

Breedte van de toetsen
22 mm

Diepte van de toetsen
Loongueur :
I : 132,5 mm
II : 135 mm
Largeur :
I : 21,9 mm
II : 21,9 mm

Breedte van het octaaf
164 mm

Beschrijving van de boventoetsen
Grenen belegd met ebbenhout

Diepte van de boventoetsen
I : 87/82 mm
II : 89/85 mm

Omvang van het voetklavier
30 toetsen, C - f'

Materialen van het voetklavier
Recht.
Licht gebogen.
Loodrecht c#'/c#.
Oversteek 260.

Registers
Boven de manualen.
Registerwippers met kunststof belegd en witte porselein voor het Hoofdwerk, roze voor het Reciet en blauw voor het Pedaal. Zwarte inscripties met kleine letters.

Koppelingen
Boven de klavieren :
Sup II. I
Sub II. I
II. I
I. Ped.
II. Ped.

Combinaties
Onder het Hauptwerk, poussoirs ronds en celluloïd surmontés d'une plaquette en porcelaine.
Dégageur (Zwart)
Piano (Witte)
Mezzo Forte (Witte)
Forte (Witte)
Cresc. Decresc.

Voetsteun
Marche-pieds

Met de voet bediende organen
Pédale en fer pour le Trémolo.
Bascule pour le Crescendo-Decrescendo avec plaquette métallique émaillée.

Adresplaat
Boven de manualen, witte plaatje met gouderand :
Jean De LIL & FILS
Ingénieurs – Constructeurs
Brevetés
Albert DE LIL successeur
101, rue Théodore Verhaegen
Bruxelles

Klavieren en voetklavieren

Naam
Hoofdwerk (I)

Omvang
56 toetsen, C - g'''

Registers
Bourdon 16'
Principal 8'
Bourdon 8'
Prestant 4'
Fourniture 3 rangs
Trompette 8'

Koppelingen
Sup II. I
Sub II. I
Naam
Reciet (II)

Omvang
56 toetsen, C - g'''

Registers
Bourdon 8'
Flûte harmonique 8'
Salicional 8'
Voix Céleste 8'

Tremulant
Tremulant

Bijzonderheden
Het Reciet telt 68 toetsen op de windlade, reëel superoctaaf
Naam
Pedaal

Omvang
30 toetsenC - f'

Registers
Soubasse 16'
Cello 8'

Koppelingen
I. Ped.
II. Ped.

Tractuur

Noten
Pneumatisch

Beschrijving van de registers
Pneumatische systeem

Zwelkast
Met verticale jaloezieën in hout met mechanische

Windladen

Naam van het klavier
Hoofdwerk, Reciet en Pedaal

Type
Ventiel windladen

Pijpwerk

Naam
Hoofdwerk (I)

Beschrijving
De l'avant vers l'arrière chaque fois, 12 tuyaux chromatiques à droite vers l'extérieur puis 44 tuyaux chromatiques à gauche vers l'extérieur.
PRINCIPAL 8'. A l'extrême gauche, 16 tuyaux en étain étiré ou laminé. Entaille d'accord, dents serrées, oreilles et écusson rapporté.
BOURDON 16'. 12 tuyaux en sapin avec manchon, lèvre inférieure vissée et lèvre supérieure arrondie. Puis 24 tuyaux idem et 20 tuyaux en étain avec calotte et deux bouches dos à dos. Petites oreilles, dents serrées et lèvre supérieure arrondie.
BOURDON 8'. 12 tuyaux idem.
Puis 12 tuyaux idem mais à deux bouches (dont 1 neuf) et 32 tuyaux en étain comme le Bourdon 16'.
PRESTANT 4'. 12 tuyaux en fer peint en vert. Lèvres rapportées, oreilles, petites dents et biseaux en plomb.
12 tuyaux idem avec petites oreilles et dents serrées et 32 tuyaux en étain.
Toutes les entailles d'accord au-dessus de la bouche.
FOURNITURE 2'2/3. 3 x 12 tuyaux en étain avec oreilles et dents. Lèvre supérieure un peu arrondie.
3 x 44 tuyaux avec reprise à c'''. Entaille d'accord au-dessus de la bouche.
TROMPETTE 8'. 12 tuyaux avec pavillon en fer peint en vert-gris et non soudé au noyau en plomb. Pieds en fer peint.
Puis 44 tuyaux dont les 12 derniers avec pavillon double longueur.
Naam
Zwelwerk (II)

Beschrijving
Disposition générale de 12 tuyaux chromatiques vers la droite, puis 44 tuyaux chromatiques vers la gauche.
De l'avant vers l'arrière :
VOIX CELESTE 8'. Taille étroite. 3 tuyaux en fer avec frein harmonique réglable et entaille d'accord.
Puis 3 tuyaux en fer, 34 tuyaux en étain avec frein harmonique et entaille d'accord et le reste sans frein harmonique.
FLÛTE HARMONIQUE 8'. 12 tuyaux bouchés en bois.
Puis 12 tuyaux en sapin avec entaille d'accord et lèvre supérieure arrondie. Tuyaux harmoniques à deux trous en étain avec entaille d'accord réglable en étain au sommet, dents serrées et trait sur les lèvres en arrondi.
BOURDON 8'. 12 tuyaux en bois comme la Flûte mais plus étroits.
Puis 12 tuyaux en bois, idem. La suite comme au Grand-Orgue, les 12 derniers ouverts.
SALICIONAL 8'. 12 tuyaux en zinc ou en fer avec frein harmonique soudé.
Puis 12 tuyaux idem et la suite en étain avec entaille d'accord, frein harmonique soudé (sauf à a).
Naam
Pedaal

Beschrijving
Tuyauterie installée sur le côté droit de l'orgue.
SOUBASSE 16'. De l'arrière vers l'avant 9 tuyaux en bois bouchés avec manchon et 21 tuyaux pareils dans l'autre sens. Bouche avec lèvre supérieure arrondie.
CELLO 8'. Disposition comme la Soubasse. Tuyaux en fer peints avec rouleau harmonique en bois pour les graves. Puis avec frein à lame et écrou de réglage. 2 tuyaux avec étrier soudé et lèvre supérieure arrondie, les autres avec lèvres parallèles. Dents serrées, lèvres en écusson au-dessus et pointues vers le bas.