Orgels in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Klassiek galerijorgel (Billion/Van de Loo, 1888)

Kerk van Onze-Lieve-Vrouw van Goede Bijstand

Klavier  / Klassiek galerijorgel (Billion/Van de Loo, 1888) - Kerk van Onze-Lieve-Vrouw van Goede Bijstand
Orgelkast  / Klassiek galerijorgel (Billion/Van de Loo, 1888) - Kerk van Onze-Lieve-Vrouw van Goede Bijstand
Architectuur, plaats, inplanting  / Klassiek galerijorgel (Billion/Van de Loo, 1888) - Kerk van Onze-Lieve-Vrouw van Goede Bijstand
 Klik op een foto om te vergroten
HET INSTRUMENT
Orgelkast - bouwdatum 1888
Orgelkast - plaats Op de galerij boven het portaal
Orgelkast - stijl  Laat barok
Gebruikte materialen Eik voor orgelkaste. De frontpijpen, in geschilderd hout, zijn nep.
Opstelling van de pijpen Tourelle centrale de 9 tuyaux entourée de deux plates-faces de 9 tuyaux et 2 tourelles latérales de 5 tuyaux
Beschrijving van de orgelkast Overheersende middentoren, velden en torens aan de buitenzijden. Het lijst- en houtsnijwerk (engelengezichten, kandelabers, blinderingssnijwerk) is in XVIIIde eeuw wijze.
Speeltafel - bouwdatum 1888
Speeltafel - stijl Klassiek-romantisch
Speeltafel - plaats In venster
Speeltafel - materialen Eik
Bouwdatum 1888
Orgelbouwer(s) J. Billion, Hubert Van de Loo
HET INSTRUMENT
Bouwdatum 1888
Orgelkast - stijl  Laat barok
Speeltafel - stijl Klassiek-romantisch
Orgelbouwer(s) J. Billion, Hubert Van de Loo
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
Historiek Les archives paroissiales nous apprennent qu'en 1738, Forceville construisit un orgue pour l'église Notre-Dame du Bon Secours. Il s'agissait d'un instrument à un clavier et 10 jeux dont voici la composition :
Montre 8'
Bourdon 8'
Prestant 4'
Flûte 4'
Octave 2'
Grande Tierce 1'3/5
Mixture
Cymbale
Cornet V
Trompette 8'
Tremblant

L'instrument actuel, construit aux environs de 1888, est de J. Billion facteur d'orgues de Rotselaer en Brabant, qui travaillait à Bruxelles et collaborait souvent avec Hubert Van de Loo.

Dans les années 1939-40 à 1946, Albert Vandrise a été organiste avant de devenir organiste du Sacré-Coeur à Etterbeek.
DOCUMENTATIE
Type Boek
Titel "Inventaire des orgues de Bruxelles - Bruxelles-Ville"
Auteur Jean-Pierre Felix
Plaats Brussel
Uitgever Jean-Pierre Felix
Type Artikel in de tijdschrift La Renaisance de l'Orgue
Titel L'église Notre-Dame du Bon Secours
Auteur François Houtart et Joëlle Sauvenière
Referenties Périodique trimestriel du 15 novembre 1991, n° 91/4
Tijdschrift / Uitgave La Renaissance de l'Orgue, asbl (1983-1993)
Uitgever Françoise de Viron, rue Haute, 42, 1435 Corbais
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
Historiek Les archives paroissiales nous apprennent qu'en 1738, Forceville construisit un orgue pour l'église Notre-Dame du Bon Secours. Il s'agissait d'un instrument à un...
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel
Structuur speeltafel en muziekstaander 
Vrijstaand maar vormt één geheel met het instrument.
Onder het orgelfront.
Gesloten door een uit houten latjes bestaand rolluik.
Aantal klavieren 
2
Omvang van de klavieren 
56 toetsen, C - g'''
Beschrijving van de toetsen 
Met ivoor verfraaid
Beschrijving van de boventoetsen 
In ebbenhout
Beschrijving van de bakstukken of kader 
Joues et contours des claviers façon ébène
Omvang van het voetklavier 
27 toetsen, C - d'
Materialen van het voetklavier 
Recht en in eik
Registers 
De registertrekkers zijn van hout en rond van doorsnede. Ze bevinden zich in twee horizontale rijen, net boven de manualen.
Op de knop is een porseleinen plaatje bevestigd met daarop de naam van het register.
Alles wat betrekking heeft op het Hoofdwerk is aangegeven met zwarte letters op witte achtergrond. Voor het Reciet zijn dat rode letters op wit en voor het Pedaal zwart op een donkerroze achtergrond.
Koppelingen 
Twee, voor pedaalkoppel en manuaalkoppeling
Voetsteun 
Boven het pedaal
Met de voet bediende organen 
Een groot houten blok, op een veer gemonteerd, bedient de zwelkast, rechts, juist achter de voetpedaal. Voor koppel en pedaalkoppel zijn er twee inhaaktreden in hout, boven het voetpedaal.
Adresplaat 
Ovaal medaillon in porselein boven de manuaal van Reciet met :
J. BILLION et H. VAN DE LOO
Facteurs d’orgues
A
ROTSELAER
 
Klavieren en voetklavieren
  • Naam 
    Hoofdwerk (I)
    Omvang 
    56 toetsen, C - g'''
    Registers 
    Bourdon 16 v. (bas, C-d')
    Bourdon 16 v. (dessus, discant eb'-g''')
    Montre 8 v.
    Flûte octaviante 8 v.
    Viola di gamba 8 v.
    Bourdon 8 v.
    Prestant 4 v.
    Flageolet 2 v.
    Nasard (2'2/3)
    Trompette 8 v.
    Clairon 4 v. (bas, C-c')
    Koppelingen 
    (I + II)
  • Naam 
    Zwelwerk (II)
    Omvang 
    56 toetsen, C - g'''
    Registers 
    Salicional 8 v.
    Bourdon 8 v.
    Voix céleste 8 v.
    Flûte traversière 4 p.
    Salicet 4 v.
    Basson 8 v. (C-eb')
    Hautbois 8 v. (e'-g''')
    Tremulant 
    Tremolo
  • Naam 
    Pedaal
    Omvang 
    27 toetsen, C - d'
    Registers 
    Soubasse 16 v.
    Pédale de Flûte 8 v.
    Bombarde 16 v
    Koppelingen 
    Pédale/Grand-Orgue
 
Tractuur
  • Naam 
    Hoofdwerk, Reciet en Pedaal
    Noten 
    Mechanisch
    Traject en beschrijving van de mechaniek 
    Mechaniek werkt op basis van wellenborden en winkelhaken.
    Het regeerwerk van het Reciet gaat onder de windlade van het Pedaal door.
    Die van het Reciet gaat eerst onder de windlade voor het Reciet.
    Beschrijving van de registers 
    Tous les registres sont placés sur deux files horizontales au-dessus des claviers. Il s'agit de tirants en bois de section ronde avec pommeaux ronds munis d'une rondelle de faïence émaillée pour indiquer le nom des jeux.
    Zwelkast 
    Un petit bloc de bois à ressort situé à droite au-dessus du pédalier permet d'actionner la boîte expressive du Récit
 
Windladen
  • Naam van het klavier 
    Hoofdwerk
    Type 
    Mechanisch met slepen
    Inplanting 
    Achter het front, kleppenkast aan de achterzijde van de windlade.
    De houten baspijpen zijn vervoerd naar beide zijden van de windlade en worden van wind voorzien via een pneumatisch ventiel.
    Opstelling van de pijpen 
    Diatonisch
  • Naam van het klavier 
    Zwelwerk
    Type 
    Mechanisch
    Inplanting 
    Geplaatst achter de windlade van het Hoofdwerk
    Opstelling van de pijpen 
    Diatonisch
  • Naam van het klavier 
    Pedaal
    Type 
    Mechanisch
    Inplanting 
    De windlade bevindt zich onder het Reciet, op het niveau van de grond
    Opstelling van de pijpen 
    Diatonisch in V
 
Pijpwerk
  • Naam 
    Hoofdwerk, Reciet en Pedaal
    Beschrijving 
    Het hele pijpwerk van Billion en Van de Loo oogt homogeen.
    Het is doorgaans van tin, met uitzondering van de grote bekers van de Trompet die uit zink vervaardigd zijn.
    De bekers van de Bombarde 16' zijn van hout, maar de laatste zes weer uit zink.
    De open labiaalpijpen hebben een stemkrul en zijn getand aan de lippen.
    De bassen van de Bourdon zijn in hout en de rest in tin.
 
Windvoorziening
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Voornaamste magazijnbalg
    Beschrijving 
    Links van het orgelkast, in de verlenging van het onderkast, groot magazijnbalg met parallelplooien
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Schepbalg
    Beschrijving 
    Onder de blaasbalg zijn er twee wigvormige voetpompen
 
Tremolos
  • Naam 
    Tremulant
    Type 
    Met ventiel
    Plaats 
    Voor het Reciet
 
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel Klavier(en) en voetklavier(en) : 3
Klavier(en) en voetklavier(en) Hoofdwerk (I), Zwelwerk (II), Pedaal
Tractuur
Hoofdwerk, Reciet en Pedaal Mechanisch
Het gebouw
Kerk van Onze-Lieve-Vrouw van Goede Bijstand

Kerk van Onze-Lieve-Vrouw van Goede Bijstand

Adres : Kolenmarkt 91
1000 Bruxelles
Bouwstijl : Barok
Bouw : 1664-1694
Bouwperiode : 17de
Bouwstijl : Barok Type : Beschermd bouwwerk bij besluit van 04/03/1932