Rococo galerijorgel (Loret/Thomas, 1856/2000)

Onze-Lieve-Vrouw van de Finistère

Speeltafel  / Rococo galerijorgel (Loret/Thomas, 1856/2000) - Onze-Lieve-Vrouw van de Finistère
Architectuur, plaats, inplanting  / Rococo galerijorgel (Loret/Thomas, 1856/2000) - Onze-Lieve-Vrouw van de Finistère
 Klik op een foto om te vergroten
HET INSTRUMENT
Orgelkast - plaats Op de galerij
Orgelkast - stijl  Rococo
Opstelling van de pijpen Alle frontpijpen staan halvemaanvormig opgesteld. Ze zijn van den, bekleed met achteraan vastgespijkerde tinfolie en met vergulde mond. Vijftien pijpen telt het grote veld en zes in elke toren. De laatste daarvan is van beneden niet zichtbaar en is niet geplaatst. Op het positief zijn er 9 pijpen en het rugpositief, helemaal nep, heeft 12 pijpen in elke toren.
Beschrijving van de orgelkast Grote eiken kast in een klassieke opstelling boven het portaal van de kerk. Het geheel omvat een rugpositief met drie torens en twee velden van 17 pijpen, hoofdwerk met twee torens van 7 pijpen (plus een lege plaats) en een vlakveld van 15 pijpen. Bovenin bevindt zich een Oberwerk dat ondertussen een zwelwerk is geworden met een veld van 9 pijpen. Het geheel is versierd met heel wat bladwerk, vier engeltjes boven de torens, een op het zwelwerk en twee op de torens van het rugpositief. Er zijn voorts twee grote beelden links en rechts van het hoofdmeubel. Het rugpositief is volledig nep en het meubel heeft geen diepte. De onderkast is voorzien van toegangsdeuren op de zijkanten en links en rechts van de klavieren. Het zwelwerk is langs buiten om toegankelijk, via het dak van het hoofdwerk en heeft deuren links en rechts. De voorzijde versmalt en opent door middel van vijf zweldeuren. De kast, in eik en den voor de recentere panelen, steunt tegen de muur die ook als achterste dienst doet.
Speeltafel - stijl Klassiek-romantisch
Speeltafel - plaats In een klaviervenster onder het grote front
Speeltafel - materialen Eik
Bouwdatum 1848
Datum van de voltooiing 1856
Bouw - bijzonderheden De manualen zouden in werking geweest zijn vanaf 1850, terwijl het pedaal pas in 1856, jaar van de inhuldiging, geplaatst zou zijn. Vermoedelijk heeft Loret dan ook enkele aanpassingen verricht.
Persoon belast met het onderhoud Manufacture Thomas
Datum/periode van het onderhoud In de lente en de herfst
Combinatieschakelaar - type en plaats De balanstreden zijn door eiken stangen verbonden met horizontale assen in ijzer die in het kader van de speeltafel geplaatst zijn en waarop ijzeren armen, onder invloed van weer andere stangen, in een heen- en weerregime inwerken op de Trompet- en Klaroenregisters van de Bombardeklavier
Windwerk - druk 80 mm WK in het algemeen, 85 mm voor het positief
Stemming Diapason 438,3 Hz
Stemming - bijzonderheden Bij 20°C (bij de restauratie)
Temperatuur Ongelijkzwevend volgens Lambert
Akoestiek 4 seconden
Orgelbouwer(s) Maurice Delmotte, Hippolyte Loret
HET INSTRUMENT
Bouwdatum 1848
Orgelkast - stijl  Rococo
Speeltafel - stijl Klassiek-romantisch
Orgelbouwer(s) Maurice Delmotte, Hippolyte Loret
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
Historiek We weten van de aanwezigheid van een ouder orgel dan het huidige, dankzij een tekening die echter alleen het rugpositief toont. De archieven van de Finistère hebben het over dat orgel, op 28 oktober 1724, als zijnde het orgel van de oude kerk dat verplaatst werd naar de huidige, in 1720 gebouwde kerk.
Het is waarschijnlijk dat het orgel van Loret ter vervanging gekomen is van dit instrument, waarover weinig bekend is.
Hippolyte Loret, afkomstig uit een grote familie van orgelbouwers, organisten en horlogemakers, vestigt zich in 1837 in Laken. Hij zal in zijn werkplaats andere orgelbouwers opleiden die in België een bepalende rol zullen spelen : Rogier-Joseph Kerkhoff, Georg Stahlhuth, Théodore Pereboom, Jan Leijser of de gebroeders Van Bever die in 1880 zijn werkplaats zullen overnemen.
Hippolyte Loret is een research-man die het orgelmechaniek wenst te verbeteren door het invoeren van pneumatische hefbomen of een windwerk met secundaire balgen. Hij lanceert ook orgelregisters die tot dan toe weinig of niet gebruikt werden. Met zijn “Harmoniphone” kan wie dat maar wil Gregoriaans begeleiden, zonder iets van harmonie af te weten.
Het orgel van de Paters Redemptoristen van het Frère-Orbanplein, in 1848 door Loret gebouwd, geeft de doorslag bij de keuze van de kerkfabriek voor een orgelbouwer.
Uit het bestek en het voorstel voor de inhuldiging kunnen we afleiden dat het eerste manuaal destijds dat van het positief was, dan het hoofdwerk en de bombarde. Dat is veranderd tijdens de restauratie. Men heeft er daarbij de voorkeur aan gegeven het mechaniek van het positief net achter het front te plaatsen en het klavier ervan in derde positie.
Nog uit het bestek (beschrijving van de windladen van de manualen en niet van het pedaal), kunnen we concluderen dat het pedaal later moet geplaatst zijn. Dat ging gepaard met de wijziging van de zwelkast en de plaatsing van een stem met een mysterieuze klankkleur, de voix céleste.
Zijn voorstel om de houten bas van de 16-voets principaal, die op het pedaal moest geplaatst worden, te vervangen door zinken pijpen is kennelijk niet gevolgd geworden.
Op vraag van de oud-organist Zwart daarentegen, is de bombarde 16’ van het manuaal wel degelijk naar het pedaal verhuisd en buiten het bestek om werd de discant van de fluit van het hoofdwerk veranderd in een overblazende fluit « in het belang van het werk ». Hippolyte Loret heeft zich in 1862 in Parijs gevestigd en op 5 februari 1872 stelt zijn oudste broer François-Bernard een beschrijving op met de uit te voeren werken, waaronder het normale onderhoud, het toevoegen van bassen aan enkele registers (principaal 16’, open fluit en overblazende fluit) en de wijziging van de voix céleste 4’ en 8’. In een brief uit Parijs, verstuurd door Hippolyte, hecht deze zijn goedkeuring aan de door zijn broer voorgestelde werken, ook al is de onderlinge verstandhouding niet goed. Ook de plaatsing van de principaal 16' in het front wordt vermeld en het belang van een zwelwerk, aangezien dat van de Finistère volgens hem nog te weinig ontwikkeld was.
Alleen de windladen en het windwerk zullen hersteld worden.
Voorts vinden we een bestek van Pierre Schyven voor de verbouwing van het orgelmechaniek en de plaatsing van een vrijstaande speeltafel maar het zal nog dertien jaar wachten zijn op de ingreep van de Gebroeders Van Bever die de frontpijpen restaureren, de bassen van de Bourdon 16’ en de Gamba 8’ verbeteren en de Voix céleste 4’ en de Mélophone 4’ en 8’ wijzigen. Salomon zal tot aan zijn dood in 1916 instaan voor het onderhoud van het orgel.
Zijn opvolger, Salomon Eyckmans, zal in 1948 een elektrische windmachine plaatsen en als gevolg van een verbouwingsplan van Loncke en andere orgelbouwers het regeerwerk elektrificeren, een nieuwe vrijstaande speeltafel plaatsen, een bijkomende windlade voor het positief en nieuwe orgelstemmen. De omzetting van bepaalde stemmen zal gebeuren door de Doornikse firma die geleid wordt door Maurice Delmott.
Op 27 oktober 1970 breekt brand uit in de klokkentoren en het orgel krijgt heel wat water te verwerken. De brandweer zal de pijpen ook nogal knullig opbergen. Het orgel blijft gedurende bijna 30 jaar ongebruikt.
Ondanks het geld van de verzekering is nooit met de werken begonnen en aangezien het orgel geklasseerd is, werd een administratieve procedure in gang gezet. Op 20 juli 1978 duidt het Schepencollege Jean Ferrard aan als leider van het onderzoek met het oog op de restauratie. Dat wordt in 2000, na een administratieve lijdensweg en met de steun van de ASLK (inmiddels Fortis Bank en Verzekeringen) tot een goed einde gebracht. De opstelling uit de inhuldigingsbrochure (4 februari 1856) werd als basis gebruikt voor de restauratie, alsook de resultaten van een vergelijking met de Loret-orgels van Dison en Averbode. We zien echter dat bij de restauratie de volgorde van de manualen gewijzigd werd : positief en bombarde werden, om mechanische redenen en omwille van de stemming van het hoofdwerk, omgewisseld. De lage cornet, aangeduid met 4 rijen, heeft er in realiteit slechts 3 en de principaal 16’ telt maar 44 in plaats van de 56 opgegeven pijpen, aangezien hij de bassen deelt met de Bourdon 16’. Fagot en hobo, in twee registers, vormen er slechts één en zijn in realiteit, van laag naar hoog, voorzien van bekers. De brochure spreekt ook over een viervoets fluit op het hoofdwerk, wat een 8' moet zijn. De voix céleste 8’ op het positief is behouden.
WERKEN
Begindatum 1872
Einddatum 1874
Bijzonderheden Plannen voor de verbetering van het orgel: zwelkast, bijkomende bassen 16’ (in het front) en 8’, omvorming van twee vier- en achtvoetsstemmen door François-Bernard Loret, op 5 februari 1872 goedgekeurd door zijn broer Hippolyte in Parijs
Type werkzaamheden Reparatie van het windwerk en van de windladen van het Hoofdwerk
Naam van de orgelbouwer François-Bernard Loret
Ligging van de werkplaats Mechelen
Begindatum 1889
Type werkzaamheden Restauratie van de frontpijpen, omvormen van de Melophone 4’ en Voix céleste 4’ en 8’. Het onderhoud wordt vanaf nu tot 1916 verzekerd door Salomon Van Bever.
Naam van de orgelbouwer Van Bever frères
Ligging van de werkplaats Laeken
Begindatum 1946
Type werkzaamheden Plaatsing van een elektrische ventilator
Naam van de orgelbouwer Salomon Eyckmans
Ligging van de werkplaats Laeken
Begindatum 1950
Bijzonderheden Plannen van Loncke en anderen om het orgel te verbouwen zijn niet gevolgd
Type werkzaamheden Elektrificatie van het regeerwerk en nieuwe vrijstaande speeltafel. Toevoegen van een windlade voor het positief, nieuwe registers en omzetting van stemmen.
Naam van de orgelbouwer Maurice Delmotte
Ligging van de werkplaats Tournai
Naam van de auteur Hubert Remy
Begindatum 1998
Einddatum 1999
Type werkzaamheden Grondige restauratie
Naam van de orgelbouwer Manufacture Thomas
Ligging van de werkplaats Ster-Francorchamps
Naam van de auteur Jean Ferrard
DOCUMENTATIE
Type Boek
Titel "L’orgue Hippolyte Loret de l’église Notre-Dame du Finistère à Bruxelles (Histoire d’une renaissance)"
Auteur Ouvrage collectif publié sous la direction de Jean Ferrard et faisant référence, entre autres, aux archives de la Paroisse.
Uitgever A. Neufcoeur
Type Plaat
Auteur Xavier Deprez, Jean Ferrard, Bernard Foccroule et Momoyo Kokubu
Uitgever SIC 006
Type Radio
Zender Radio 3 RTBF
Uitvoerder(s) Benoît Mernier
Type Documentatie
Titel Folder uitgegeven na ontvangst van het instrument in 1858
Herkomst Kerkfabriek
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
Historiek We weten van de aanwezigheid van een ouder orgel dan het huidige, dankzij een tekening die echter alleen het rugpositief toont. De archieven van de Finistère hebben...
Werken
Begindatum 1872
Einddatum 1874
Naam van de orgelbouwer François-Bernard Loret
Ligging van de werkplaats Mechelen
Begindatum 1889
Naam van de orgelbouwer Van Bever frères
Ligging van de werkplaats Laeken
Begindatum 1946
Naam van de orgelbouwer Salomon Eyckmans
Ligging van de werkplaats Laeken
Begindatum 1950
Naam van de orgelbouwer Maurice Delmotte
Ligging van de werkplaats Tournai
Begindatum 1998
Einddatum 1999
Naam van de orgelbouwer Manufacture Thomas
Ligging van de werkplaats Ster-Francorchamps
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel
Structuur speeltafel en muziekstaander 
De binnenzijde van de speeltafel is in eik, met verticale en platte panelen. De muziekstaander is vastgemaakt aan het paneel en bestaat uit een structuur van eikenhouten latten.
Aantal klavieren 
3
Omvang van de klavieren 
56 toetsen
Beschrijving van de toetsen 
Cederhout. Het fronton is recht voor het eerste en afgeschuind voor de andere manualen. Belegd met gepolijst been.
Breedte van de toetsen 
22,5 mm
Diepte van de toetsen 
139 mm, 137 mm ; 136 mm
Breedte van het octaaf 
162,5 mm
Beschrijving van de boventoetsen 
In ebbenhout, met een afgeschuind trapezoïdaal fronton
Diepte van de boventoetsen 
81-89 mm
Beschrijving van de bakstukken of kader 
Recht en in geverniste eik
Omvang van het voetklavier 
27 toetsen
Materialen van het voetklavier 
In eik, recht en plat.
De rechte boventoetsen met de top van het fronton afgerond.
Registers 
De registers staan op twee verticale rijen, links en rechts van de manualen in de verticale wanden van het buffet.
De trekkers hebben een ronde doorsnede en een knop in palissander met daarop een wit porseleinen plaatje met in kleur de namen van de stemmen op : blauw voor het pedaal, zwart voor het hoofdwerk, groen voor de bombarde en roodachtig voor het positief.
Koppelingen 
Door de pedalen
Combinaties 
In de bedieningsorganen aan de voeten
Voetsteun 
Op de platte voetsteun in eik zijn ovale porseleinplaatjes met van links naar rechts de volgende opschriften :
Trémolo / Tirasse G.-O. / Tirasse Bomb. / Trompette bas. / Trompette HT / Anches G.O. / Clairon / Acc. Bomb.-G.O. / Acc. Pos.-G.O. / Expression
Met de voet bediende organen 
In het verticale paneel boven de voetsteun bevinden zich tien stalen pedalen die als een balans werken. Ze bevinden zich onderaan een venster dat toegang biedt tot het mechaniek.
Toebehoren 
Buislamp bovenin het venster, verborgen achter een horizontaal paneeltje.
Idem voor het voetklavier onder de manalen.
 
Klavieren en voetklavieren
  • Naam 
    Bombarde
    Omvang 
    56 toetsen C-g'''
    Registers 
    Flûte traversière 8'
    Mélophone 4'
    Plein jeu (III - IV - V - IV - V - IV - V)
    Cornet bas (III)
    Cornet ht (V)
    Trompette bas. 8'
    Trompette hte 8'
    Clairon 4'
    Koppelingen 
    Anches G.-O.
    Trompette Bas.
    Trompette Ht
    Clairon
  • Naam 
    Hoofdwerk
    Omvang 
    56 toetsen C-g'''
    Registers 
    Montre 16'
    Bourdon 16'
    Montre 8'
    Viole de Gambe 8'
    Bourdon 8'
    Prestant 4'
    Flûte pyr. 4'
    Koppelingen 
    Acc. Bomb.- G.-O.
    Acc. Pos.- G.-O.
  • Naam 
    Positief (zwel)
    Omvang 
    56 toetsen C-g'''
    Registers 
    Bourdon 16'
    Salicional 8'
    Flûte harm. 8'
    Bourdon 8'
    Voix cel.
    Fugara 4'
    Flûte 4'
    Trompette 8'
    Hautbois 8'
    Tremulant 
    Tremolo
    Bijzonderheden 
    Zwelwerk
  • Naam 
    Pedaal
    Omvang 
    27 toetsen C-d'
    Registers 
    Contrebasse 16'
    Soubasse 16'
    Violon basse 8'
    Octave basse 8'
    Bombarde 16'
    Trompette 8'
    Clairon 4'
    Koppelingen 
    Tirasse G.-O.
    Tirasse Bomb.
 
Tractuur
  • Naam 
    Bombarde
    Noten 
    Opgehangen tractuur
    Toetsen 
    Balanstoetsen
    Traject en beschrijving van de mechaniek 
    De achtertoets is gevorkt. In die vork zit een verticale messingstaaf die een messing steker optilt. Deze gaat in een koppeltuimelaar en vervolgt in hout, tot aan een winkelhaak, die de beweging naar de achterkant van de windlade dirigeert. Op die plaats brengt een winkelhaak de beweging over naar een verticaal wellenbord en vervolgens een andere abstract, die door een haak bevestigd is aan een draad die via een koperen lat in de windlade verdwijnt.
    Alle vurenhouten abstracten hebben aan de ene kant een haakje en aan de andere schroefdraad met een lederen moer. De winkelhaken zijn van cederhout.
    Beschrijving van de registers 
    De eiken registertrekkers worden verlengd door een ijzeren staaf die bevestigd is op de ijzeren arm van een eikenhouten verticale registerwals. Vervolgens is er andere ijzeren arm, gevolgd door een houten balkje dat naar de uiteinden van de windlade gaat en een verticale ijzeren tuimelaar die geïntegreerd is in de sleepkop.
    Wellenbord 
    Het verticaal geplaatste wellenbord onder de ventielkast is gebouwd met vurenhouten walsen die draaien in cederhouten geleideogen, bevestigd op een grenen kader
  • Naam 
    Hoofdwerk
    Noten 
    Rechtstreeks opgehangen mechaniek
    Toetsen 
    Staartklavier
    Traject en beschrijving van de mechaniek 
    Een abstract gaat omhoog naar het onder de kleppenkast geplaatst wellenbord. Vervolgens is een andere abstract vastgemaakt aan de draad die door een koperen lat gaat om vervolgens in de windlade te verdwijnen.
    Beschrijving van de registers 
    Zoals bij de bombarde
    Wellenbord 
    Verticaal wellenbord onder de kleppenkast, van dezelfde constructie als bij de Bombarde.
  • Naam 
    Zwelwerk
    Noten 
    Opgehangen tractuur
    Toetsen 
    Staartklavier
    Traject en beschrijving van de mechaniek 
    Een grote verticale abstract, halverwege onderbroken door een overbrengingselement in koper, die door een houten geleider gaat, komt onderaan de windlade bij een winkelhaak die de beweging door middel van een andere abstract naar de achterkant van de windlade stuurt. Er is nog een winkelhaak en een koperdraad bevestigd aan een andere die via een koperen lat in de ventielkast gaat.
    Beschrijving van de registers 
    De armen en stangen zijn allemaal in stalen buis, terwijl de horizontale assen van eikenhout zijn
    Zwelkast 
    Mechaniek met houten overbrengingselementen
    Wellenbord 
    De horizontale abstracten zijn licht waaiervormig aangebracht maar voor de 9 bastoetsen die rechts geplaatst zijn is er onder de windlade een klein horizontaal wellenbord
  • Naam 
    Pedaal
    Noten 
    Mechanisch
    Traject en beschrijving van de mechaniek 
    De kop van de toets steunt met behulp van een klein verticaal blokje op een winkelhaak in ceder waaraan een horizontale abstract is bevestigd die naar de windlade gaat. Die abstract is onder de windlade van het hoofdwerk en de bombarde onderbroken door twee winkelhaken, vanwaar een verticale abstract vertrekt die uitkomt bij een klein wellenbord en daar de beweging naar de zijkanten afleidt en vervolgens naar boven via een andere abstract, gevolgd door een ander klein wellenbord. Tot slot is er een verticale draad bevestigd aan een tweede die in een kleppenkast gaat onder de windladen van het hoofdwerk en de bombarde. Hier gaat het om het mechaniek van de pedaalkoppels met de manualen van de bombarde en het hoofdwerk.
    De abstracten vervolgen hun tracé naar de windlade van het pedaal vanwaar een andere abstract de beweging over de linker- en rechterkant verdeelt, langsheen de ventielkast.
    Beschrijving van de registers 
    Gebouwd zoals bij het hoofdwerk maar de aankomst is in het midden, tussen de beide halve windladen, waar de sleepstuiten zijn.
    Wellenbord 
    De abstracten zijn vertikaal zoals bij de Bombarde
 
Windladen
  • Type 
    Sleeplade
    Inplanting 
    Alle windladen zijn parallel aan de balustrade. Ter hoogte van de vloer, achterin het orgel voor het pedaal, het Hoofdwerk en de Bombarde, op een zelfde vlak, ter hoogte van het vlakveld en het positief ter hoogte van zijn meubel.
  • Aard 
    Grote windlade in eik in drie naast elkaar staande delen, met kleppenkast vooraan voor het Hoofdwerk, achteraan voor de Bombarde en onder de windlade voor de Pedaalkoppels. De kleppenkasten zijn gesloten door een opliggende voorsponde die vastgehouden wordt door geschroefde krammen. De vervoeringen van de pijpen zijn in lood. De eiken ventielen scharnieren op het staartstuk en zijn vooraan voorzien van een geleider. Ze rusten op een grote oogveer en een s-vormig onderdeel dat door een oogje gaat dat aan het ventiel is vastgemaakt. Vervolgens is er de messing draad die uit de kleppenkast komt. Onder de kleppenkast is een koperen lat gelijmd die de pulpeten vervangt.
    De Kornet staat op de windlade wat het basgedeelte betreft met 3 rijen en verhoogd op een pijprooster met vervoeringen voor het hoge gedeelte in 5 rijen.
    De pijproosters zijn in eik, op eiken steunen en aan de uiteinden op stabiele structuren geschroefd.
    Opstelling van de pijpen 
    Diatonisch en afnemend van de zijkanten naar het midden
    Beschrijving van de pijpstok 
    Pijpstok in eik, gerangschikt volgens de beschrijving van de pijpen
  • Naam van het klavier 
    Zwelwerk
    Aard 
    De windlade is identiek van aard aan de vorige, in één stuk en met ventielkast achteraan. De pijproosters zijn nieuw. Voor de 12 bassen van de Bourdon 16’ is er een kleine windlade onder de hoofdwindlade. Die is voorzien van pneumatische lederen ventielen die geactiveerd worden door de wind van de noot waarmee ze door een loden conduct verbonden zijn.
    Opstelling van de pijpen 
    Diatonisch voor de eerste 18 pijpen, 9 rechts en 9 links en vervolgens chromatisch en dalend van links naar rechts
    Beschrijving van de pijpstok 
    In de volgorde van de beschrijving van het pijpwerk
  • Naam van het klavier 
    Pedaal
    Aard 
    De windlade van het pedaal, identiek aan de vorige, is in twee verdeeld en de slepen zijn gearticuleerd via het midden
    Opstelling van de pijpen 
    Diatonisch en afnemend van de zijkanten naar het midden
    Beschrijving van de pijpstok 
    Volgens de beschrijving van het pijpwerk
  • Naam van het klavier 
    Pedaal
    Inplanting 
    Evenwijdig met het front
    Aard 
    In eik, sleeplade, kleppenkast vooraan met ingebouwde buffer, sluitingen, in staart gelijmde ventielen, glijregisters, vervoeringen in lood
    Opstelling van de pijpen 
    Diatonisch C/C#
    Beschrijving van de pijpstok 
    Achter Subbass 16' dan Principalbass 8', Octavbass 4', Mixtur, Posaunebass, Trompetebass
 
Pijpwerk
  • Naam 
    Hoofdwerk en Bombarde
    Bijzonderheden 
    Er zijn twaalf noten op het linker- en rechtergedeelte van de windlade en 34 op het centrale gedeelte
    Beschrijving 
    Van voor naar achter C links en C# rechts.
    PRINCIPAAL 16’(44 pijpen). 2 x 6 noten gemeenschappelijk met de bourdon 16’, vervolgens 2 x 6 pijpen in tin met stemkrul, gevolgd door 2 x 16 op toonhoogte gesneden tinnen pijpen. Bepaalde pijpen zijn verlengd, andere zijn nieuw gebouwd.
    PRINCIPAAL 8'. 2 x 6 ijzeren pijpen met stemkrul, gevolgd door 2 x 6 tinnen pijpen. In het midden 2 x 16 pijpen in tin.
    BOURDON 16'. 2 x 2 pijpen in den, met stemhoed, vervolgens 2 x 4 vervoerde pijpen onder de windlade en met de kop onder, vervolgens 2 x 6 achter het front vervoerde pijpen. In het midden 2 x 16 pijpen in grenen met stemhoed en tinnen stevels.
    BOURDON 8'. 2 x 6 vervoerde grenen pijpen achter het front naast de bourdon 16’, vervolgens 2 x 6 pijpen in grenen met stemhoed en tinnen stevels. In het midden, 2 x 16 pijpen in grenen en tinnen stevels.
    VIOLA DA GAMBA 8'. 2 x 1 pijp in ijzer met zijbaarden, vervolgens 2 x 11 pijpen in tin met kastbaard voor het onderlabium.
    In het midden, 2 x 16 pijpen in tin met kastbaard, waarvan 1 links en 3 rechts met stemkrul en de andere op toonhoogte gesneden.
    PRESTANT 4'. 2 x 12 pijpen in tin op toonhoogte gesneden, 8 ervan hebben zijbaarden, vervolgens 2 x 16 tinnen pijpen, op toonhoogte gesneden.
    PIRAMIDEFLUIT 4'. 2 x 6 nieuwe, op toonhoogte gesneden pijpen met zijbaarden, vervolgens 2 x 6 conische pijpen, op toonhoogte gesneden. Verder 2 x 16 pijpen van dezelfde aard.
    FLUIT 8'. 2 x 6 pijpen in grenen met onderlabium in eik en een kern in een legering van lood en tin, vervolgens 2 x 6 pijpen in tin met stemkrul en zijbaarden.
    In het midden 2 x 16 pijpen in tin op toonhoogte gesneden waarvan 20 met zijbaarden en 14 zonder.
    MELOPHONE 4'. 2 x 12 pijpen in tin met zijbaarden en stemkrul. In het midden, 9 en 8 pijpen met stemkrul en 7 en 8 pijpen op toonhoogte gesneden. De laatste 13 pijpen zijn nieuw gebouwd.
    PLENUM III tot V sterk. Pijpen in tin op toonhoogte gesneden met links en rechts : 3 en 3 x 3 rijen (2’, 1’1/3, 1’), 6 en 6 x 4 rijen (+ 2’2/3), 3 en 3 x 5 rijen (+ 4’). In het midden : 1 x 5 rijen, vervolgens 2 en 3 x 4 rijen (-1’), 3 en 4 x 5 rijen (+ 5’2/3), 2 en 3 x 4 rijen (- 1’1/3) en tot slot 7 en 7 x 5 rijen (+ 8’).
    Los van de schikking van de rijen zijn de repetities geplaatst op de F#, f#, f#’ en f#’’. Voor de duidelijkheid :
    C
    F#
    f#
    c#’
    f#’
    c#’’
    f#’’
    CORNET III tot V sterk. 12 en 12 x 3 rijen pijpen in tin op toonhoogte gesneden, waarvan de eerste voorzien is van zijbaarden. In het midden, 16 en 16 x 5 rijen pijpen waarvan de eerste rij voorzien is van een stemhoed en zijbaarden. De vier andere zijn op toonhoogte gesneden. We merken ook heel fijne tandjes op.
    TROMPET 8'. 2 x 12 pijpen met beker, op toonhoogte gesneden in tin en een ijzeren kegel voor de eerste 2 x 6 en in tin voor de volgende 2 x 6. De voeten zijn in tin en de in de stevel verdwijnende koppen in lood. In het midden, 2 x 16 pijpen van dezelfde aard, waarvan de eerste 2 x 2 een in de stevel verdwijnende kop hebben en de volgende een stevel die aansluit op de beker.
    KLAROEN 4'. Van dezelfde aard als de trompet met de eerste 2 x 6 pijpen voorzien van een tinnen kegel. De koppen voor de eerste 8 en 9 verdwijnen in de stevel, vervolgens voet die aansluit bij de beker.
    In het midden, 9 en 10 pijpen identiek aan de vorige, vervolgens 2 x 6 op toonhoogte gesneden labiaalpijpen.
  • Naam 
    Zwelwerk
    Beschrijving 
    Van voor naar achter :
    OVERBLAZENDE FLUIT 8'. 12 pijpen gemeenschappelijk met de bourdon 8’, vervolgens, rechts : 9 vervoerde pijpen. Links, 4 vervoerde pijpen, vervolgens op de windladen, 12 pijpen in tin op toonhoogte gesneden, vervolgens 19 pijpen op toonhoogte gesneden met dubbele lengte en 2 toongaatjes in het corpus.
    BOURDON 8’. Achteraan de windlade 9 vervoerde grenen pijpen, vervolgens rechts 6 vervoerde grenen pijpen, 11 pijpen in grenen, vervolgens metalen, vervoerd naar verschillende plaatsen. Op de windlade, 30 pijpen in tin met stemhoed en zijbaarden.
    BOURDON 16’. De eerste 12 pijpen staan in diatonische volgorde en zijn onder de windlade geplaatst met de bovenzijde naar onder. De volgende pijpen zijn vervoerd naar verschillende plaatsen rond de windlade, vervolgens staan erbovenop 27 tinnen pijpen met hoed en zijbaarden.
    SALICIONAAL 8’. 2 x 6 grenen pijpen vervoerd tot voor de muur en met stemschuif in eik, onderlabium in eik, voorzien van een tinnen snijbaard. Rechts, 3 pijpen in tin, waarvan 2 nieuwe, met stemkrul en snijbaard. Links, 41 pijpen in tin waarvan 1 nieuw, 32 met stemkrul, vervolgens op toonhoogte gesneden, 35 met kastbaard en de laatste 6 zonder.
    VOIX CELESTE 8’. Rechts 4 vervoerde pijpen en links 3, vervolgens op de windlade 36 pijpen in tin met zijbaarden behalve voor de laatste 8.
    PIRAMIDEFLUIT 4’. Rechts 2 vervoerde grenen pijpen met stemhoed en 7 pijpen in tin met hoed met roer en met zijbaarden. Links, 3 vervoerde grenen pijpen, vervolgens 32 pijpen in tin met hoed met roer en zijbaarden. De laatste 12 zijn conisch en op toonhoogte gesneden.
    FUGARA 4'. 2 x 3 nieuwe pijpen in tin met kastbaarden en vervoerd links en rechts van de bas van het salicionaalregister. Rechts, 5 pijpen, waarvan twee nieuwe, met kastbaard en stemkrul voor 3 ervan. Links, 3 vervoerde pijpen en 42 pijpen waarvan 3 met stemkrul en de andere op toonhoogte gesneden en 7 met zijbaarden, de andere zonder.
    HOBO 8'. Bekers van het hobotype vanaf de eerste pijpen. Rechts, zes ijzeren bekers waarvan twee gebogen bij gebrek aan hoogte, vervolgens drie bekers in tin met een kleine kegel in tin. De koppen zijn van hout en de stevels in ijzer. Links, zes zinken bekers, waarvan verschillende gesoldeerd, vervolgens 1 met beker in zink en de bovenzijde in tin, vervolgens veertig tinnen bekers op toonhoogte gesneden. In het bovenste gedeelte zijn de koppen van lood, met tinnen stevels. De discant van deze stem is voorzien van een iets langere beker.
    TROMPET 8'. Rechts, 9 bekers in tin op toonhoogte gesneden waarvan 6 met een kleine zinken kegel en 3 in tin. De koppen verdwijnen in de stevels. Links, identieke pijpen, vervolgens 31 pijpen met beker in tin waarvan 12 met in de stevels verdwijnende kop en 19 met een stevel die aansluit op de beker. Tot slot: 8 labiaalpijpen op toonhoogte gesneden.
  • Naam 
    Pedaal
    Beschrijving 
    Vanaf de muur naar voor, C links en C# rechts
    SUBBAS 16'. De 2 x 2 eerste pijpen in grenen staan in het midden van de windlade, ter hoogte van de contrabas 16’, vervolgens links 12 grenen pijpen en rechts 11, vervoerd langsheen de muur.
    CONTRABAS 16'. Haaks vervoerd op de zijkanten van de windlade, links 4 en rechts 3 pijpen in grenen met stemklep, vervolgens 8 en 9 pijpen in grenen met onderlabium in eik met kern in tin waarvan de eerste 2 x 2 een stemklep en de volgende een stemrol in tin.
    BASVIOOL 8'. 2 x 6 pijpen in grenen voorzien van een tinnen stemrol en vervoerd naar de pijpstok van de contrabas, vervolgens 8 en 7 pijpen in tin op toonhoogte gesneden en voorzien van zijbaarden.
    LAAG OCTAAF 4'. 14 en 13 pijpen in tin op toonhoogte gesneden waarvan de eerste 2 x 6 voorzien zijn van zijbaarden.
    BOMBARDE 16'. 2 x 6 bekers in zink en verschillende gesoldeerde delen, vervolgens 8 en 7 bekers in tin op toonhoogte gesneden. In volgorde 2 x 4 met kleine kegel, vervolgens 2 x 2 zonder, vervolgens 8 en 7 met grotere zinken kegels. De koppen zijn van lood, de laatste 8 en 7 verdwijnen in de stevel. Het tongwerk heeft gedreven kelen.
    TROMPET 8'. 14 en 13 bekers in tin waarvan 13 en 12 met een kleine kegel in zink. De tongen hebben een plat en gesoldeerd uiteinde. De stevels zijn in tin.
    KLAROEN 4’. Bekers en tinnen kegels. 2 en 1 kop met kroon, 2 x 7 in de stevel verdwijnende koppen, vervolgens 2 x 5 met stevel aansluitend op de beker.
 
Windvoorziening
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Magazijnbalg
    Beschrijving 
    Een grote magazijnbalg met twee parallelle vouwen, geplaatst in een laag stuk onder de vloer van de galerij.
    Lengte 
    260,50 cm
    Breedte 
    190 cm
    Aantal en type gewichten 
    Trois grandes pierres et quinze plus petites
    Aantal en type gewichten 
    Drie grote stenen en vijftien kleinere
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Balg
    Beschrijving 
    Secundaire balg die in de nabijheid geplaatst is onder het positief en boven het pedaal
    Lengte 
    175 cm
    Breedte 
    95 cm
    Aantal en type gewichten 
    Une plaque votive en marbre, une barre de fonte et huit pierres
    Aantal en type gewichten 
    Een marmeren votiefplaat, een gietijzeren balk en acht stenen
 
Tremolos
  • Naam 
    Zwelwerk
    Type 
    Een grote, schuin aflopende klep ventiel meteen kleine maar zichtbaar tegengewicht
    Plaats 
    Op het windkanaal dat van de secundaire balg naar de windlade gaat
 
Windkanalen
  • Naam 
    Bombarde en Hoofdwerk
    Beschrijving 
    Twee windkanalen verlaten de hoofdbalg.
    De ingangen van de windladen hebben geleidelijk afnemende afmetingen. Bij de Bombarde is er een identiek windkanaal, gevolgd door een ander dat zich in twee smallere delen splitst die naar de beide kleppenkasten gaan.
    Afmetingen 
    30 x 16,8 cm
    Voor de twee windkanalen van het hoofdwerk zijn de afmetingen waar ze aankomen 18,5 x 11,5 cm en verder 15,8 x 8,8 cm.
    Bombarde : 19,5 x 19,5 cm, verder 18,5 x 11,5 cm
  • Naam 
    Zwelwerk
    Beschrijving 
    Op het windkanaal dat van de motor vertrekt, is er een tweede bestemd voor het positief, dat op die plaats voorzien is van een regelklepkast, die met een draad verbonden is met de secundaire balg onder het positief
    Afmetingen 
    19,5 x 19,5 cm
  • Naam 
    Pedaal
    Beschrijving 
    Twee windkanalen verlaten achteraan het windmagazijn
    Afmetingen 
    22 x 10,5 cm
 
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel Klavier(en) en voetklavier(en) : 4
Klavier(en) en voetklavier(en) Bombarde, Hoofdwerk, Positief (zwel), Pedaal
Tractuur
Bombarde Opgehangen tractuur
Hoofdwerk Rechtstreeks opgehangen mechaniek
Zwelwerk Opgehangen tractuur
Pedaal Mechanisch
Het gebouw
Onze-Lieve-Vrouw van de Finistère

Onze-Lieve-Vrouw van de Finistère

Adres : Nieuwstraat 76
1000 Bruxelles
Bouwstijl : Neoklassiek
Bouw : 1713-1725
Bouwperiode : 18de
Bouwstijl : Neoklassiek Type : Beschermd bouwwerk bij besluit van 24/12/1958