Romaans-byzantijns galerijorgel (Schyven, 1878)

Grote Synagoge van Brussel

HET INSTRUMENT
Orgelkast - bouwdatum 1878
Orgelkast - plaats Op de derde galerij
Orgelkast - stijl  romaans-byzantijns
Beschrijving van de orgelkast Het omhulsel, beschreven door Schyven, bestaat uit posten en panelen in dennenhout voor de sokkel (niveau 0) en in eik voor het bovenste gedeelte (niveaus 1 en 2). In de voorzijde van de sokkel zijn drie dubbele deuren die toegang bieden tot het mechaniek en de grote magazijnbalg. Aan elke zijkant zijn er twee verwijderbare panelen. Ook op de niveaus 1 en 2 zijn er verwijderbare panelen. Een van die panelen, op niveau 1 links, is met scharnieren bevestigd en doet dienst als toegangsdeur tot de binnenkant van het orgel. De zijkanten zijn gelijk met de muur maar het orgel heeft dus geen echte achterkant, tenzij de muur en het rozetvenster, dat slechts zichtbaar is vanaf de buitenzijde van het gebouw. Planken verstoppen alle lobben van het rozetzevenster maar verschillende onderdelen ervan zijn lostgeraakt en met transparant plexiglas opgevuld. Als plafond voor het instrument doet ook het gebouw zelf dienst. In de linkerzijde is een deur die toegang geeft tot de niveaus 1 en 2 van het orgel. Aan die kant bevinden zich ook de oude treden van de windpomp en de huidige windmachine die beschermd is door een gedempte kist. Aan de andere zijde van het meubel bevindt zich een pompboom voor de bediening van de rechterpompen. Het bovenste gedeelte van het front bestaat uit gesculpteerd eikenhout en laat geen enkele pijp zien. De gebruikte motieven verwijzen naar die van het hoofdaltaar terwijl het front is opgedeeld in drie vlakvelden met elk twee gescheiden vensters met een opening uitgespaard die de tafelen der wet evoceren. Het middengedeelte eindigt in een top met een driehoekig fronton, waarin een rozet is gesculpteerd. Het buffet is verhoogd met een grenen kist die tot het plafond reikt.
Speeltafel - stijl Klassiek
Speeltafel - beschrijving Zelfstandig, rechthoekig, eikenhouten meubel dat voor het orgel is geplaatst, met omgekeerde klavieren en wegklapbare panelen die toegang verschaffen tot de binnenkant. Een deksel met twee vleugels sluit de manualen af en plooit over de bovenzijde van de speeltafel.
Bouwdatum 1877
Datum van de voltooiing 1878
Bouw - bijzonderheden Datum van beëindiging : 22/09/1878. Op die dag is de Synagoge ingehuldigd en er wordt gewag gemaakt van het bespelen van het orgel door Guilmant. Daarnaast zijn er twee brieven van Schyven, gedateerd op 27/09 en 14/11/1878, waarin sprake is van de werkzaamheden en van wat nog moet gedaan worden.
Persoon belast met het onderhoud Schumacher Guido
Datum/periode van het onderhoud In het voorjaar
Stemming Diapason 435 Hz
Temperatuur Gelijkzwevend
Akoestiek 2,5 seconden
Orgelbouwer(s) Pierre Schyven
HET INSTRUMENT
Bouwdatum 1877
Orgelkast - stijl  romaans-byzantijns
Speeltafel - stijl Klassiek
Orgelbouwer(s) Pierre Schyven
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
Historiek De Synagoge van Brussel is de opvolger van een kleiner gebouwtje dat in 1702 werd opgericht en afgebroken is in 1956 en waar sinds 1834 de Israëlitische gemeenschap van Brussel Place de Bavière een onderkomen vond. Interessant is dat voor deze gebedsruimte in 1851 al een zesstemmig orgel besteld werd bij de firma Merklin & Schütze.

De geschiedenis van het orgel van Pierre Schyven voor de Synagoge is relatief gemakkelijk te achterhalen, al beschikken we tot op vandaag niet over het oorspronkelijke bestek.

Zo heeft het Joods Museum van Brussel twee brieven bewaard met enerzijds de offerte en anderzijds commentaren van Pierre Schyven, uit de Franckaertstraat 25 in Elsene, waarin hij onder meer de ontbrekende stemmen beschrijft die voorzien waren in zijn voorstel.

Overigens heeft het orgel weinig veranderingen ondergaan en enkele daarvan die wel doorgevoerd werden, staan beschreven in de briefwisseling van François Draps.

Tot slot is er het getuigenis van het instrument zelf dat de gegevens uit de correspondentie kan bevestigen en aanvullen.

De Synagoge telde destijds twee galerijen, waarvan de eerste doorloopt in galerijen langs het hoofdschip. Op de tweede galerij bevindt zich het orgel dat over het gewelf van het schip uitreikt. Dit feit, plus de afstand tussen het orgel en de voorzangers, heeft Pierre Schyven, zoals we later zullen zien, doen wijzen op de grote moeilijkheden die met die plaats samenhangen.

Op het einde van de 19e eeuw werd vanwege de drukte tijdens de erediensten onder de twee andere een derde galerij toegevoegd.

Een derde brief is gedateerd van 27 september 1878 (enkele dagen na de inhuldiging van de Synagoge). Pierre Schyven heeft het in de brief over de gesprekken tussen het Consistorie en hemzelf en over zijn bezorgdheid over de kwaliteit van het instrument en de staat van de werken.

Hij heeft het om te beginnen over de gesprekken die nodig geweest zijn om "tot het cijfer van achttienduizend frank te komen, het laagste cijfer dat we naar voor kunnen schuiven voor een orgel op die plaats in dat gebouw dat door de kracht van zijn stemmen de akoestische moeilijkheden van de ruimte moet overwinnen. Om die reden hebben wij de uitgaven die niet absoluut noodzakelijk waren opzij moeten schuiven."

In een tweede opmerking onderstreept Pierre Schyven dat "we tijdens de werkzaamheden op eigen risico een pneumatische machine hebben geïnstalleerd die de weerstand van de verenigde klavieren vermindert en de bewegingen na het aanraken van de klavieren een grotere spontaniteit geeft.
We brengen uw voor deze toevoeging, waarvoor we van onze andere klanten de som van duizend frank vragen en verkrijgen, geen enkele meerprijs in rekening".

Een derde aspect is van essentieel belang om een idee te krijgen van de stemmen die niet geplaatst werden. "Dezelfde ambitie om u een perfect orgel te leveren heeft ons ertoe aangezet voorlopig een achtvoets overblazende fluit in het reciet te zetten. Op de windlade van hetzelfde manuaal is nog plaats vrij voor een trompet 8' & op het manuaal van het hoofdwerk is een derde plaats vrij voor een viervoets klaroenstem.
Indien u de overblazende fluit wenst te behouden, zal u daarvoor het bedrag van duizend frank verschuldigd zijn, bovenop de overeengekomen prijs. In de tegenovergestelde hypothese zullen wij het register weer weghalen."

Een laatste punt uit de vermelde brief : "Tot slot hebben we afgesproken om voor het onderhoud van het orgel met een forfaitair abonnement te werken ten bedrage van tweehonderd frank per jaar, met de verbintenis van onzentwege om op elk verzoek het instrument te komen stemmen."

Uit dit eerste schrijven vernemen we dus de financiële redenen waarom het orgel zijn laatste drie stemmen niet heeft gekregen. Pierre Schyven laat ons echter ook weten waaraan het instrument volgens zijn aanvoelen op die plaats diende te beantwoorden.

Een andere brief van 14 november 1878 leert ons meer over de werken voor het verwezenlijken van de orgelkast.
Enerzijds bevestigt de brief het bouwjaar van het orgel en hij leert ons anderzijds dat de orgelkast hier niet veel meer dan een decoratieve functie vervult : "We hebben exact het aantal vierkante meters becijferd dat nodig is om het orgel van het gebedshuis te behuizen. Na ernstig onderzoek mag mijn officieuze schatting van gisteren als achterhaald beschouwd worden."

Vervolgens stelt hij twee prijzen voor : "1) Omkleding in rode Noorse den van eerste kwaliteit, met inbegrip van deuren en sloten, met een gewone houtdikte voor de prijs van 560 frank.
2) Idem in rode Noorse den van eerste kwaliteit, dikte 6/4 et 4/4 met inbegrip van deuren en sloten en plaatsing voor 650 frank.
Het houtwerk in de dikte 6/4 (voor 650 frank) zou definitief zijn voor de zijkanten van het orgel en al een eerste gedeelte vormen van de toekomstige uitgaven."

Het ziet ernaar uit dat het bedrag hier vooral over de zijkanten van orgel gaat en dat de toekomstige uitgaven betrekking hebben op de bovenzijde van het front die in eik gesculpteerd is. Uit ons bezoek aan het orgel blijkt dat de onderkant in den en de bovenkant in eik is uitgevoerd.

Het instrument is ten minste tussen 1907 in 1931 in onderhoud geweest bij “Maison Van Bever” a rato van drie bezoeken per jaar. Salomon Van Bever gaf het in 1915 voor een bedrag van 260 frank een kleine revisie.

De brief van 10 mei 1922 van het Huis Van Bever-François Draps over het orgel is van belang omwille van "de broodnodige werken om het functioneren van het instrument te verbeteren, tal van lekken te dichten en de ventielen van het windwerk schoon te maken en te corrigeren. Herstellen van het stootkussen van het voetklavier en nazicht van de pedalen van de combinaties.
Voor zover ze toegankelijk zijn, aanhalen van de schroeven van sluitingen, panelen, winkelhaken en mechanische stukken.
Regelen van het mechanisme van de manualen en het voetklavier.
Om de kracht van de pneumatische machine te vergroten, zal de as van de hefbomen van het hoofdwerk en het koppel verplaatst worden.
Stemmen van de registers van het orgel.
Dit werk wordt begroot op een som van veertienhonderd frank."

Het voorlaatste punt uit dit lijstje beschrijft ons de enige verandering die het orgel onderging. De rest behoort tot het domein van het onderhoud, of het moet gaan om het veranderen van de pulpeten van de windlade van het hoofdwerk en het pedaal, zoals uit onze bezoeken aan het orgel is gebleken.

Salomon Eyckmans, een andere opvolger, zal het instrument voort stemmen. We weten dat deze in 1957 werken heeft voorgesteld voor een bedrag van 80.500 frank, maar men weet niet of ze uitgevoerd werden.

Vervolgens werd het instrument onderhouden tot in het min of meer recente verleden en zijn er nog reparaties geweest aan de grote pijpen, die echter niet bepaald van grote kwaliteit getuigen.
WERKEN
Begindatum 1922
Bijzonderheden Tijdens het bezoek van het instrument merken we bepaalde ingrepen op maar die zouden niet allemaal dezelfde hand verraden
Type werkzaamheden Volgens de brief van het Huis Van Bever, François Draps, opvolger, wordt een reeks van werken aanbevolen « om het functioneren van het instrument te verbeteren » : lekken dichten en schoonmaken en afstellen van de ventielen van het windwerk. Herstellen van de stootblokken van het voetklavier en nazicht van de pedalen van de combinaties.
Voor zover ze toegankelijk zijn, aanhalen van de schroeven van sluitingen, panelen, winkelhaken en mechanische stukken.
Regelen van het mechanisme van de manualen en het voetklavier.
Om de kracht van de pneumatische machine te vergroten, zal de as van de hefbomen van het hoofdwerk en het koppel verplaatst worden.
Stemmen van de registers van het orgel.
Dit werk wordt begroot op een som van veertienhonderd frank (1.400 frs)… »
Met uitzondering van het werk aan de pneumatische machine, momenteel nog zichtbaar, gaat het bij de rest om onderhoud.
Naam van de orgelbouwer François Draps
Ligging van de werkplaats Laeken-Brussel
Bijzonderheden Er hebben werken plaatsgevonden, met zekerheid na de vorige ingreep, maar ze vallen niet te dateren, noch konden we nagaan wie ervoor instond
Type werkzaamheden We stellen eerder slordig uitgevoerd soldeerwerk vast aan de bekers van het tongwerk. Ook de pulpeten werden vervangen. Van de windladen van het hoofdwerk en het pedaal vertrekt een systeem met geperforeerde plaatjes in kunststof, die geïntegreerd zijn in een tegen de ventielkast gekleefde lat in Multiplex. De schalmstokje heeft plaats gemaakt voor een messing draad die de abstracten met hun ventielen verbindt.
Begindatum 2004
Einddatum 2006
Type werkzaamheden De fundamentele restauratie van het instrument waarvan het pijpwerk (behalve de grote houten pijpen die ter plekke werden hersteld), de windladen, de blaasbalg, de pneumatische hefbomen en een groot deel van de mechaniek werden ontmanteld en in het atelier gerestaureerd. Bij deze gelegenheid werden drie nieuwe spelen die door Pierre Schyven waren voorzien in de stijl gerealiseerd volgens de bestaande inlichtingen van de Synagoge maar ook o.a. van het orgel van de Sint-Bonifatiuskerk van Elsene.De pulpeten werden in hun oorspronkelijke toestand hersteld. Een nieuwe geluidloze motor met een traag regime werd in een geluiddempende kist geplaatst naast het orgel. Het pijpwerk dat op instorten stond meer speciaal de bassen, werden beter ondersteund door het plaatsen van supplementaire roosters.De rozet van het gebouw dat op het orgel uitgaf werd met een dubbelvenster in MDF en plexiglas op maat voorzien tijdens de werken.
Het instrument werd ingehuldigd in april 2004 met een concert dat werd uitgezonden door RTBF en de VRT met de medewerking van het koor van de Synagoge dat voor deze gelegenheid werd geleid door Dirk De Moor en door Xavier Rivera, organist en dirigent en François Houtart, organist en auteur van het project.
Naam van de orgelbouwer Guido Schumacher
Ligging van de werkplaats Baelen, België
Naam van de auteur François Houtart
DOCUMENTATIE
Type Documentatie
Auteur Pierre Schyven
Referenties Musée juif de Bruxelles, rue des Minimes, 1000 Bruxelles
27/09/1878
Type Documentatie
Auteur Pierre Schyven
Referenties Musée juif de Bruxelles, rue des Minimes, 1000 Bruxelles
14/11/1878
Type Documentatie
Auteur François Draps
Referenties Musée juif de Bruxelles, des Minimes, 1000 Bruxelles
10/05/1922
Type Documentatie
Titel Lastenbook voor de restauratie van het orgel van Pierre Schyven en inlichtingen
Auteur François Houtart
Referenties Octobre 1996 à 2006
Communauté israélite de Bruxelles
Type Orale bron
Herkomst Xavier Rivera
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
Historiek De Synagoge van Brussel is de opvolger van een kleiner gebouwtje dat in 1702 werd opgericht en afgebroken is in 1956 en waar sinds 1834 de Israëlitische gemeenschap...
Werken
Begindatum 1922
Naam van de orgelbouwer François Draps
Ligging van de werkplaats Laeken-Brussel
Begindatum 2004
Einddatum 2006
Naam van de orgelbouwer Guido Schumacher
Ligging van de werkplaats Baelen, België
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel
Structuur speeltafel en muziekstaander 
De speelkant van de console in registerterrassen, aanpasbare muziekstaander tussen twee vaste tegen het opengeplooide deksel bevestigde latten
Aantal klavieren 
2
Omvang van de klavieren 
56 noten
Beschrijving van de toetsen 
Eik, belegd met ivoor
Breedte van de toetsen 
12,1 mm
Diepte van de toetsen 
I: 131 mm; II: 135 mm
Breedte van het octaaf 
162 mm
Beschrijving van de boventoetsen 
Ebbenhout
Diepte van de boventoetsen 
80 mm
Beschrijving van de bakstukken of kader 
Recht, in palissander
Omvang van het voetklavier 
27 toetsen
Materialen van het voetklavier 
Recht voetklavier, licht gebogen met boventoetsen in een cirkelboog. De treden zijn in eik, bekleed met palissander.
Registers 
De registertrekkers hebben een ronde doorsnede, met een knop in palissander en een porseleinen plaatje met een witte achtergrond voor het hoofdwerk, blauw voor het reciet, en geel voor het pedaal. Er zijn vier openingen die met een gefreesd houten plaatje dichtgemaakt zijn en twee niet sprekende registers. Sinds de restauratie van 2006 blijven er maar twee opgevulde gaten meer met een rond houten schijfje, drie nieuwe registers hebben hun plaats tussen anderen ingenomen.
Koppelingen 
Opgeroepen door middel van metalen pedalen
Combinaties 
Een metalen combinatiepedaal voor elk manuaal en het voetklavier. Er is een pedaal "generaal forte" genoemd dat de drie combinaties oproept.
Voetsteun 
Plat, ingebouwd in de structuur van het voetklavier, met daarboven een lat met de ovale porseleinen plaatjes met de aanduidingen erop.
Met de voet bediende organen 
Boven de voetplank staan tien pedalen die in- en uitgehaakt kunnen worden en die de koppelingen, pedaalkoppels, enz. oproepen.
Van links naar rechts, lezen we op de witte ovale porseleinen plaatjes:
Réunion du Gd-Orgue au Pédalier
Réunion du Récit au Pédalier
Réunion du Gd-Orgue à la Machine
Réunion du Récit au Gd-Orgue
Jeux de Combinaison Gd-Orgue
Jeux de Combinaison Récit
Jeux de Combinaison Pédalier
Forte général (roepen de drie combinatiestemmen tegelijk op)
Trémolo
Expression (groter lepel met inkeping en veer voor de terugkeer)
Adresplaat 
Boven de manualen bevindt zich, ingelegd in het hout, een koperen adresplaatje:
"Pierre SCHYVEN & Cie. BRUXELLES"
 
Klavieren en voetklavieren
  • Naam 
    Hoofdwerk (I)
    Omvang 
    56 noten C-g'''
    Registers 
    BOURDON 16
    MONTRE 8
    GAMBE 8
    FLÛTE HARMON: 8
    BOURDON 8
    PRESTANT 4 *
    FLÛTE HARMON: 4
    FOURNITURE *
    TROMPETTE 8 *
    CLAIRON 4 * (neuf)

    * = Jeux de Combinaison
    Koppelingen 
    Koppeling van het hoofdwerk aan het pedaal
    Koppeling van het Reciet aan het pedaal
  • Naam 
    Reciet (II)
    Omvang 
    56 noten C-g'''
    Registers 
    SALICIONAL 8
    FLÛTE HARMON: 8 (neuve)
    BOURDON 8
    VOIX CELESTE 8
    FLÛTE D'ECHO 4
    FLAGEOLET 2
    VOIX HUMAINE 8
    BASSON ET HAUTBOIS 8 *
    TROMPETTE HARMON: 8 * (neuve)

    * = Jeux de Combinaison
    Tremulant 
    Trémolo
  • Naam 
    Pedaal
    Omvang 
    27 noten C-d'
    Registers 
    CONTREBASSE 16
    OCTAVE-BASSE 8
    TROMBONE 16 *

    * = Jeu de Combinaison
    Koppelingen 
    Koppeling van het hoofdwerk aan het pedaal
    Koppeling van het Reciet aan het pedaal
 
Tractuur
  • Naam 
    Hoofdwerk
    Noten 
    Mechanisch.
    Pneumatische hefbomen (Barker)
    De pneumatische machine bevindt zich in het midden van het orgel, achter het middenpaneel vooraan en achter de abstracten van het mechaniek

    De koppeling en de pneumatische machine bevinden zich boven elkaar in de sokkel van het orgel, terwijl de pedaalkoppels werken op basis van een systeem van hefbomen dat in de console geïnstalleerd is. Hier zijn er drie sets van hefbomen boven elkaar : de eerste voor de noten van het pedaal, de tweede voor het pedaalkoppel van het reciet en de derde voor dat van het hoofdwerk.

    In de sokkel van het orgel, op niveau 0 en volgens François Draps is de as waarop de tuimelaars van de koppeling van het hoofdwerk en het reciet bevestigd zijn met een tweetal centimeter verplaatst. De sporen van de oude aanhechtingspunten zijn nog zichtbaar, zowel in de tuimelaars als in het kader waarop ze bevestigd zijn.
    Afmeting van de balgen : 320 mm x 65 mm
    Toetsen 
    Balansklavier met een geleider naar de achterste twee derden
    Traject en beschrijving van de mechaniek 
    De abstracten worden bewogen via de toets. Ze trekken aan een winkelhaak die elke abstract in de richting van de grote kast stuurt. Van daar gaat het mechaniek voor de noten van het hoofdwerk het orgel binnen, om achter de pneumatische machines weer omhoog te komen. Vervolgens gaat het vóór de pneumatische machines naar een eerste stel tuimelaars, dat dienst doet als oproep van de pneumatische machine en een tweede dat gebruikt wordt voor de klavierkoppeling, om vervolgens omhoog te gaan naar een wellenbord dat de abstracten verdeelt over de ventielen. Daar zorgen twee stel winkelhaken ervoor dat de abstracten naar de ventielen gaan. Elk van de abstracten is verlengd om tegelijk een ventiel vooraan en een ventiel achteraan te bereiken, waarbij dat laatste overeenstemt met de tweede ventielkast.
    Verscheidene van de verticale abstracten waren afgebroken en zijn gelijmd vóór de restauratie.

    De haken op de wellenborden en de winkelhaken zijn van koper en in hun geheel goed bewaard. Bepaalde koperen onderdelen hebben daarentegen last van oxidatie, net zoals de tuimelaars van de pneumatische machine.
    De haken van de stekers van het wellenbord en winkelhaken zijn in goede staat maar niet altijd stabiel bevestigd. Met de tijd en door het gebruik zijn bepaalde onderdelen losser gekomen.
    Beschrijving van de registers 
    De tractuur voor de registers bestaat uit trekkers, de eerste tuimelaars in ijzer, houten balken, draaiende stekers met armen en de laatste ijzeren tuimelaars die in de slepen gaan. Bepaalde daarvan zijn uitgerust met een veer die hun gewicht in balans houdt en zonder dewelke ze automatisch zouden dichtgaan. Voor de prestant 8' is er een kleinere en recentere veer die echter ontoereikend is.

    De stomme registers en de stem die links op het tweede niveau ontbreekt zijn voorzien van hun mechanische onderdelen.
    Het ene functioneert, het andere is geblokkeerd of losgeraakt.

    Voor de Overblazende fluit van het reciet ontbreekt een houten staafje net voor de laatste tuimelaar die de sleep bevestigt. Deze registers werden heden allemaal hersteld en functioneren terug.
    Wellenbord 
    Verticaal in het midden van het orgel, achter de wand en achter de abstracten die omhoog gaan naar het Reciet. Structuur van eikenhouten planken, metalen walsen en welarmen ; ingeschroefde koperen geleideogen. Alle andere wellenborden zijn met dezelfde materialen gebouwd.
  • Naam 
    Reciet (zwelwerk)
    Noten 
    Mechanisch
    Toetsen 
    Zoals op het hoofdwerk
    Traject en beschrijving van de mechaniek 
    Net als bij het Hoofdwerk, vervolgens gaat het mechaniek van het Reciet, na een tweede stel winkelhaken, rechtstreeks omhoog achter de panelen naar een winkelhaakbalk die de abstracten naar het wellenbord stuurt dat onder de windlade van het Reciet is geïnstalleerd. In die overbrugging van de onderkant van het orgel naar de hoekenbalk, is het mechaniek halverwege aan een klein armpje bevestigd.
    Van het wellenbord vertrekken de abstracten naar de achterzijde van de windlade van het reciet waar ze via een winkelhaakbalk omhoog afgeleid worden naar de schalmenstokjes en de pulpeten.
    Beschrijving van de registers 
    Zoals op het Hoofdwerk
    Zwelkast 
    Boven de windlade bevinden zich panelen die de zwelkast vormen, waarvan de jaloezieën naar voor toe open gaan. Het plafond van de zwelkast is van hout maar de grootste twee pijpen van het achtvoets salicionaal steken er door. De bovenzijde van de kast achteraan is aan de wand bevestigd met twee metalen pinnen.
    Aan de achterzijde bieden drie schuifdeuren toegang tot de binnenzijde. Momenteel kan met die deuren geen hermetische dichting meer bereikt worden aangezien de rail waaraan ze opgehangen zijn verzakt is.

    Vanaf het metalen pedaal van de speeltafel vertrekt een systeem van stangen, winkelhaken en stoters uit eik en vierkant van doorsnede.
    Wellenbord 
    Horizontaal wellenbord onder de windlade
  • Naam 
    Pedaal
    Noten 
    Mechanisch
    Toetsen 
    Mechanisch. Geleider aan de voor- en achterkant van de toets met een veer onder de voorzijde.
    Traject en beschrijving van de mechaniek 
    Nadat ze door een verticaal wellenbord in de speeltafel samengebracht zijn in de richting van de basnoten van de manualen, loopt het stel abstracten van het pedaal naar de achterkant van het orgel, alvorens zich omhoog te verplaatsen langs de muur in de richting van een klein wellenbord dat de noten respectievelijk stuurt in de richting van de windladen C en C#. Daaronder bevindt zich een horizontal wellenbord dat de abstracten naar elke noot leidt.

    Bepaalde ijzeren walsen, onder meer aan het pedaal, zitten in houten beugels die niet altijd goed bevestigd zijn. De schroeven dienen aangetrokken te worden.
    Beschrijving van de registers 
    Zie hoofdwerk
    Wellenbord 
    Vier wellenborden, waarvan een verticaal in de speeltafel, een ander verticaal bij de muur achterin en nog een ander horizontaal onder elke windlade.
 
Windladen
  • Type 
    Met slepen
    Inplanting 
    De windladen van het hoofdwerk en van het reciet staan boven elkaar, evenwijdig aan het orgelfront en het reciet iets naar achter, ten opzichte van het hoofdwerk.
    De diatonische windladen van het pedaal staan aan beide zijden van de windladen van het hoofdwerk en dat dwars erop en op hetzelfde niveau.
    De achterkant van elke windlade is beplakt met dik blauw papier.
  • Naam van het klavier 
    Hoofdwerk
    Type 
    Met sleepregisters
    Inplanting 
    Op niveau 1 zijn er twee diatonische windladen van het hoofdwerk, DO links en DO# rechts
    Aard 
    In eik en van zeer klassieke bouw. De achterzijde is dicht gemaakt met houten panelen die bekleed zijn met blauw papier. In elk van de ventielkasten zijn de ventielen van een grenen geleiderstift voorzien en vooraan hebben ze een veer die ze ondersteunt. Ze zijn uitgerust met een kleine ring en door middel van een s-vormig haakje bevestigd aan de schalmstok die door de pulpeet gaat. De windladen van het hoofdwerk en het pedaal daarentegen zijn recent uitgerust met schijfpulpeten in kunststof die de oorspronkelijke pulpeten vervangen. Die ringen zitten in een triplex lat die tegen de ventielkast gekleefd is. De schalmstokjes zijn vervangen door een geelkoperen draad die elk ventiel verbindt met zijn respectieve abstract.

    Voor die windladen bestaan twee stel ventielen en dus twee ventielkasten die via de voorzijde toegankelijk zijn, of voor de combinatieregisters, langs achter.
    Het oproepen van de combinatiestemmen gaat middels een klep in elk van de hoofdwindkanalen. Die opent de windtoevoer naar de ventielkast of sluit hem af.

    De geposteerde pijpen krijgen hun wind via loden conducten, waarvan bij sommige het metaal uitgezet is. De vervoeringen van de andere windladen zijn van dezelfde aard.Tijdens de restauratie werden de meest beschadigden hernieuwd.
    Opstelling van de pijpen 
    De do rechts, de do# links
    Beschrijving van de pijpstok 
    Prestant 8’
    Bourdon 16’
    Bourdon 8’
    Overblazende fluit 8’
    Gamba 8’
    Overblazende fluit 4’
    Prestant 4’
    Mixtuur III à IV sterk
    Trompet 8’
    Geperforeerde pijpstok voor de klaroen 4’
    Bijzonderheden 
    Voor de restauratie werd de pijpstok doorboord door de Klaroen 4'
  • Naam van het klavier 
    Reciet
    Aard 
    De diatonische windladen, DO links en DO# rechts van het reciet, bevinden zich op niveau 2, boven die van het hoofdwerk.
    Het combinatieregister bedient tegelijk twee slepen bovenop de registers van de Trompet en de Fagot-Hobo.
    De ventielkast, die via de achterzijde toegankelijk is, bevindt zich dus onder het tongwerk. Ze lijkt in goede staat maar is nogal vervuild, voornamelijk door stof. De pulpeten werden vóór de restauratie voor de helft vernieuwd maar over het algemeen vertonen ze ook nogal wat aangekoekt stof.
    Een van de ventielen is voorzien van een extra veer.
    Opstelling van de pijpen 
    De pijpen staan diatorisch in V opgesteld met de C rechts en de C# links
    Beschrijving van de pijpstok 
    Van voor naar achter :
    Fluit harmon. 8’
    Bourdon 8’
    Salicionaal 8’
    Voix céleste 8’
    Fluit 4’
    Flageolet 2’
    Trompet harmon. 8’
    Fagot en Hobo 8’
    Vox humana 8’
    Bijzonderheden 
    Voor restauratie :
    Pijpstok en -rooster geperforeerd voor de Overblazende Fluit 8’, wat bevestigt dat Schyven voorlopig deze fluit had geplaatst voor inhuldiging van het orgel.
    Geperforeerde pijpstok voor de Trompet 8’.
  • Naam van het klavier 
    Pedaal
    Aard 
    De windladen van het pedaal, van dezelfde aard als de andere, staan aan beide zijden van de windladen van het hoofdwerk en dat dwars erop en op hetzelfde niveau.
    De toegang tot de ventielkasten gebeurt via de linker- en rechterkant van het orgel. Het combinatieregister wordt geregeerd via een sleep boven die van de Trombone 16'.
    Voor de eerste 2 x 6 lage noten is er een dubbel ventiel, waarvan het ene geen regelmoer heeft op de eerste abstract die met het ventiel verbonden is.
    Opstelling van de pijpen 
    De C links en de C# rechts in dalende volgorde van achter naar voren
    Beschrijving van de pijpstok 
    Van opzij naar het midden :
    Contrabas 16’
    Octaafbas 8’
    Trombone 16’
 
Pijpwerk
  • Naam 
    Hoofdwerk
    Bijzonderheden 
    Voor restauratie :
    Over het algemeen is het pijpwerk in goede staat maar wel bestoft. Stabiliteit en verticaliteit van de pijpen dienen nagekeken te worden. Enkele pijpen zullen enigszins recht gemaakt moeten worden.

    Wat het tongwerk betreft zijn alle pijpen in tin en in grenenhout, afgezien dan van enkele van de lagere elementen van de bekers van het pedaal en het hoofdwerk die uit zink bestaan.
    Beschrijving 
    Van het front naar achter toe :
    PRESTANT 8'. Er zijn 2 x 6 houten pijpen net achter het front. De rest staat op de windladen na de baspijpen van de Bourdon 16'. Die pijpen zijn van tin en in goede staat. De overgang tussen de houten en metalen pijpen is zeer opvallend.
    BOURDON 16'. 2 x 12 houten pijpen vóór de windlade, na de prestantpijpen. De rest is van tin en met hoed, op de windlade. Het pijpwerk bevindt zich ingoede staat. De steel van een houten stop is gebroken. Enkele vervoeringen zijn platgedrukt. De pijp do kruis 1 is onderaan gebarsten.
    BOURDON 8'. 2 x 6 houten pijpen, verder 2 x 16 tinnen pijpen met hoed en tot slot 2 x 6 open conische pijpen. De houten bassen zijn sterker dan de rest die vrij zwak is.
    OVERBLAZENDE FLUIT 8'. De 2 x 6 houten bassen zijn net achter de Bourdon 16' geïnstalleerd, terwijl achter de Bourdon 8' 2 x 12 tinnen pijpen staan en vervolgens 2 x 10 tinnen pijpen met twee overblaasgaten, één voor- en één achteraan.
    GAMBA 8'. 2 x 28 tinnen pijpen met snijbaard voor de mond. De pijpen lijken ontworpen met zijbaarden die vervolgens verwijderd zijn, behalve voor de laatste 2 x 10.
    OVERBLAZENDE FLUIT 4'. 2 x 12 tinnen open pijpen, vervolgens 2 x 16 open pijpen, ook in tin, met twee gaatjes, één voor en het andere aan de achterzijde.
    PRESTANT 4'. 2 x 28 tinnen pijpen.
    MIXTUUR III-IV. Tinnen pijpen, met het oog op de repetities : 2 x 6 x 3 rijen 2'2/3, 2 x 6 x 3 rijen 4', 2 x 6 x 4 rijen 5'2/3 en 2 x 10 x 4 rijen 8'. Van een van de pijpen is de stemkrul afgebroken.
    TROMPET 8'. 2 x 3 pijpen met de onderkant van de beker en het bekeruiteinde in ijzer, bekleed met een koperfolie. De rest in tin. 2 x 21 tinnen pijpen, 2 x 4 pijpen (8') met een beker van 16'. Voor restauratie, verscheidene bekeruiteinden zijn min of meer netjes opnieuw gesoldeerd; beperkte oxidatie in de koppen.
    KLAROEN 4'. Zoals de Trompette. Dubbele lengte vanaf c'' en het bovenste van de Principaal 4' vanaf g#''.
  • Naam 
    Reciet
    Beschrijving 
    Van voor naar achter :
    OVERBLAZENDE FLUIT 8'. 2 x 6 naar opzij vervoerde houten pijpen en 2 x 22 metalen pijpen op de windlade.
    BOURDON 8'. 2 x 3 vervoerde houten pijpen, opzij, achter de Fluit 8', 2 x 3 houten pijpen op de windlade, 2 x 16 tinnen pijpen met hoed en 2 x 6 open, conische pijpen. Op de eerste do kruis staat met potlood: Frère (?) 1930.
    SALICIONAAL 8'. 2 x 12 tinnen pijpen met zijbaarden en snijbaard, 2 x 6 pijpen met zijbaarden alleen en 2 x 10 pijpen met geen van beide.
    VOIX CELESTE 8'. Op de do, 2 x 6 pijpen met zijbaarden en snijbaard, 2 x 6 pijpen met zijbaarden, 2 x 10 pijpen met geen van beide.
    ECHOFLUIT 4'. 2 x 6 tinnen pijpen met hoed, 2 x 10 tinnen pijpen voorzien van hoed en roer en 2 x 12 open, conische pijpen in tin.
    FLAGEOLET 2'. 2 x 16 tinnen pijpen, voorzien van een hoed met roer en vervolgens 2 x 12 conische open, tinnen pijpen. Een zijbaard moet opnieuw gesoldeerd worden.
    TROMPET 8' (niet geïnstalleerd).
    FAGOT-HOBO 8'. 2 x 12 tinnen pijpen met eenvoudige conische beker, vervolgens 2 x 16 tinnen pijpen met dubbele conische beker. Voor de fagot zijn enkele bekers opnieuw gesoldeerd. Het soldeersel loopt soms nogal slordig uit over de beker. In de koppen begint wat oxidatie op te treden. Via een insnijding in de bekers heeft men de sonoriteit willen verbeteren. De beker van de do 1 is stuk en geplet.
    VOIX HUMAINE 8'. 2 x 11 tinnen pijpen, vervolgens 2 x 17 tinnen pijpen met een langere stevel. Cilindrische bekers met een kleine open hoed. Een beetje oxidatie in de koppen.
  • Naam 
    Pedaal
    Bijzonderheden 
    Het pijpwerk van het pedaal, opgesteld aan beide zijden van dat van het Hoofdwerk, verheft zich aan elke kant van het Reciet
    Beschrijving 
    Van de zijkanten naar het midden :
    CONTRABAS 16'. Open houten register. Rechts: 3 pijpen langs de muur, 9 pijpen opzij, vervolgens 2 pijpen. Links: 7 pijpen op de zijkant, verder nog 6 pijpen.
    OCTAAFBAS 8'. Open register, in hout uitgevoerd. Rechts: de hoogste 3 pijpen staan rechts van de 2 pijpen van de Contrabas, voorts 11 pijpen. Links: 5 pijpen rechts van de 6 pijpen van de Contrabas, verder 8 pijpen. Voor het geheel van deze beide stemmen zijn de voorste pijpen op een verhoogde voet gezet, om de mond vrij te maken en de grotere pijpen erachter staan te laten spreken. Dat is in het bijzonder het geval links, waar de pijpen dichter bij elkaar gezet zijn om een doorgang voor de orgelbouwers te creëren.
    TROMBONE 16'. Bekers van reële hoogte. Rechts en op één rij: 7 pijpen met de onderzijde van de beker en hun invoegend gedeelte in ijzer. De zes eerste hebben een beker in twee in elkaar grijpende delen, verder 7 volledig tinnen pijpen. Links: 6 pijpen met de onderzijde van de kegel en het invoegende gedeelte in ijzer en een beker die uit twee in elkaar passende delen bestaat, de rest in tin. De haken, zeker van de grootste bekers, laten te wensen over. Verscheidene bekers zijn verzakt, een ervan helemaal. De koppen zijn geoxideerd.
 
Windvoorziening
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Magazijnbalg
    Beschrijving 
    Op niveau 0 op de vloer bevinden zich, links en rechts, twee grote grenen magazijnbalgen met parallelle vouwen van hetzelfde formaat.
    Opmerkelijk is de hiërarchie tussen beide balgen : die rechts gaat eerst omhoog, vóór de linkse en bij het ledigen gaat het in omgekeerde richting.
    Het leer van de balgen is herhaaldelijk versteld en waar dat niet gebeurd is, valt een ver gevorderde slijtage vast te stellen.
    Lengte 
    139 cm
    Breedte 
    142 cm
    Aantal en type gewichten 
    Barres de fonte : dix grandes et neuf petites sur chaque soufflet
    Aantal en type gewichten 
    Gietijzeren staven: tien grote en negen kleintjes op elke balg
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Schepbalg
    Beschrijving 
    Met de voet bediend.
    Twee pompen die bediend worden door middel van twee pedalen die uit de linkerkast steken. Deze zijn onder de hoofdbalg geplaatst in de lengterichting. De kracht wordt overgebracht middels een tuimelaar die twee pedalen samenbrengt en om beurt een van de beide pompen omhoog haalt.
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Schepbalg
    Beschrijving 
    Met de hand.
    Voor de rechterbalg is er hetzelfde type met elkaar verbonden pompen die door middel van een arm bediend worden. Deze pompen zijn echter in de breedterichting van de balg geïnstalleerd.
    Lengte 
    75 cm
    Breedte 
    120 cm
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Balg
    Beschrijving 
    Onder de windlade van het reciet, een regelbalg met parallelle vouwen
    Lengte 
    126 cm
    Breedte 
    95 cm
 
Tremolos
  • Naam 
    Reciet
    Type 
    Onafhankelijke tremulant met ventielen. Een klein windkanaal legt een rechtstreekse verbinding tussen tremulant en ventielkast. Het leder van de ventielen is vrij oud en de abstract voor het inschakelen van de tremulant is gebroken en opnieuw gelijmd.
    Plaats 
    Achter het reciet
 
Windkanalen
  • Naam 
    Hoofdwerk, Pedaal en Reciet
    Beschrijving 
    Vanuit elk magazijn vertrekken vier windkanalen die de wind naar de windladen brengen, rechts of links van het Hoofdwerk en van het Pedaal, en naar de pneumatische machines. Het vierde komt in het midden van het orgel samen en gaat vandaar naar het Reciet.
    Het hoofdkanaal van het Reciet komt aan via de achterzijde van het orgel en buigt zich onder de windlade, waar een bijkomende balg geïnstalleerd is.
    Materialen 
    Grenen
    Afmetingen 
    Hoofdwerk : 24 x 11 cm links en 24,2 x 11,5 cm rechts. Dit windkanaal bevoorraadt in feite een kanaal van 20,5 x 2,8 cm waarop drie windkanalen zijn aangesloten van hetzelfde formaat als het eerste en die in de ventielkasten verdwijnen.
    Pedaal : 24 x 11,2 cm links en 24,2 x 11,2 cm rechts.
    Reciet : het verticale, 24 x 11,5 cm en het horizontale, 24,3 x 11,1 cm. Het windkanaal dat van de hulpbalg naar de windlade gaat meet 24 x 11,3 cm.
    Pneumatische machine (in eik) : 12,5 x 7,8 cm en 12,5 x 7,9 cm rechts.
 
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel Klavier(en) en voetklavier(en) : 3
Klavier(en) en voetklavier(en) Hoofdwerk (I), Reciet (II), Pedaal
Tractuur
Hoofdwerk Mechanisch. Pneumatische hefbomen (Barker) De pneumatische machine bevindt zich in het midden van het orgel, achter het middenpaneel vooraan en achter de abstracten van het mechaniek De koppeling en de pneumatische machine bevinden zich boven elkaar in de sokkel van het orgel, terwijl de pedaalkoppels werken op basis van een systeem van hefbomen dat in de console geïnstalleerd is. Hier zijn er drie sets van hefbomen boven elkaar : de eerste voor de noten van het pedaal, de tweede voor het pedaalkoppel van het reciet en de derde voor dat van het hoofdwerk. In de sokkel van het orgel, op niveau 0 en volgens François Draps is de as waarop de tuimelaars van de koppeling van het hoofdwerk en het reciet bevestigd zijn met een tweetal centimeter verplaatst. De sporen van de oude aanhechtingspunten zijn nog zichtbaar, zowel in de tuimelaars als in het kader waarop ze bevestigd zijn. Afmeting van de balgen : 320 mm x 65 mm
Reciet (zwelwerk) Mechanisch
Pedaal Mechanisch
Het gebouw
Grote Synagoge van Brussel

Grote Synagoge van Brussel

Adres : Regentschapstraat 32
1000 Bruxelles
Bouwstijl : Romaanse Byzantijn
Bouw : 1872-1878
Bouwperiode : 19de
Bouwstijl : Romaanse Byzantijn Type : Beschermd bouwwerk bij besluit van 09/02/1995