Onze-Lieve-Vrouw-van-Gratiënkerk

1 orgel(s) gerepertorieerd

Voorstelling van het gebouw
Adres :  Vogelzanglaan 2 - 1150 Sint-Pieters-Woluwe
Bouwstijl :  Neoromaans
Bouwperiode :  20ste
Bouw : 1940-1949
Architect : Camille Damman
Algemene informatie
Sint-Franciscus stierf in Assisi in 1226 en al in 1228 doken de eerste minderbroeders in Brussel op. De stadsmagistraat schonk hen een terrein aan de oevers van de Zenne, met een bosje van beuken en veel struiken waarin tal van vogels nestelden. Vandaar de naam Vogelzang. Er stond ook een Mariakapel, opgedragen aan Onze-Lieve-Vrouw-van-Vogelzang. De broeders bouwden een nieuwe Mariakapel in 1231, op de plaats van het huidige Beursplein. Tien jaar later besloten ze om rond de kapel een kerk te bouwen. In 1579 werd het franciscanenklooster geplunderd door de geuzen. De kapel van Vogelzang werd volledig verwoest. Het Mariabeeld werd gelukkig gered door Jan van Linthout. Tussen 1585 en 1796 werd het klooster meermaals verbouwd, vernield en uitgebreid. In januari 1797 werd het beeld van Onze-Lieve-Vrouw-van-Vogelzang bij toeval uit de ruïnes gered door een vriend van de broeders, de heer Cammaerts. Hij bracht het naar zijn dochter en schoonzoon in Aalst. Hun dochter, Charlotte Beulens, erfde het beeld. Toen ze later vernam dat de franciscanen zich opnieuw in Aalst (Artoisstraat) waren komen vestigen, bracht ze het beeld naar het klooster, waar het nog altijd vereerd wordt. Vanaf 1926 zochten de Waalse franciscanen een vestiging dichter bij Brussel om de studies van hun filosofie- en theologiestudenten te vergemakkelijken. Vanaf 1929 richtten ze hun belangstelling vooral op Sint-Pieters-Woluwe. De vereniging ‘Villas du Vogelzang’ nam een optie op gronden nabij het ‘Duivelsgat’. De broeders kochten een perceel om het nieuwe klooster te bouwen, dat op 21 november 1935 werd ingewijd. Het omvatte toen noch de kerk noch de pastorie. Het klooster was omringd door tarwe- en groentevelden en aan de achterkant grensde het aan een braakliggend terrein met bremstruiken. Het klooster huisvestte ook de parochie die bij koninklijk besluit van 19 december 1935 was opgericht en canoniek bekrachtigd op 10 januari 1936. Aangezien de wijk van Woluwe, waar de broeders zich hadden gevestigd, de naam Vogelzang droeg, vroeg de Broeder Provinciaal aan de kloosterbroeders een kopie van het beeld van Onze-Lieve-Vrouw-van-Vogelzang. Deze kopie staat vandaag in de kapel achteraan in de kerk. De pastorie en de kerk vormen een indrukwekkend geheel, zowel door de massiviteit van de constructies als door de hoge klokkentoren. De nieuwe gebouwen bestaan uit twee delen. Het rechtse gebouw, met horizontale lijnen, bevat de toegang tot het klooster en de parochielokalen. De toren is 43 hoog. Zoals bij de Italiaanse campaniles staat hij opzij van de kerk, ter hoogte van het dwarsschip. De gevel van de kerk is 27 meter hoog vanaf de grond tot aan de top van het kruis. De stijl is geïnspireerd op de romaanse bouwkunst in Italië. Een monumentale trap in blauwe hardsteen leidt naar het majestueuze portaal met drie deuren waarvan de lichte uitstek doet denken aan de romaanse narthex. Het centrale timpaan is in een ronde uitstulping versierd met een beeld van de Maagd Maria, beschermster van de franciscanenorde, en wordt omringd door twee andere timpanen waarin de verschillende kerken van Europa zijn afgebeeld. Een galerij met elf rondbogen scheidt de twee verdiepingen van de gevel. Het grote roosvenster valt op door zijn omvang, zijn fijne lijnenspel en de witheid van de steen. In de zijmuren van de kerk zitten 196 vensters, meestal per drie gegroepeerd. Op de benedenverdieping worden ze gescheiden door slanke zuiltjes in geel graniet die bekroond worden door 64 gebeeldhouwde kapitelen, versierd met gestileerde bloemenmotieven. Bij het betreden van de hoofdbeuk wordt men getroffen door de weidse indruk. De kerk is gebouwd volgens het plan van een Latijns kruis. De dwarsbeuk of transept, naar het koor toe afgeboord door een schitterende balustrade in Italiaanse natuursteen, scheidt de twee voornaamste delen van het gebouw: het koor van de monniken en de ruimte voorbehouden voor de gelovigen. De middenbeuk heeft een rondbooggewelf en wordt geleed door vier zware gordelbogen. Hij wordt van de zijbeuken en de kooromgang gescheiden door 8 kruisvormige pijlers en 28 zuilen. De zijbeuken en de kooromgang worden overspannen door 27 ribgewelven, die door geen enkele gordelboog worden gescheiden. De dwarsbeuk rust met zijn 12 koepels op 8 zuilen. Achteraan bevindt zich de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Vogelzang waarvan de ingang ondersteund wordt door twee prachtige ineengedraaide zuilen. Een galerij volgt de buitenmuur van het gebouw, boven de zijbeuken, en wordt verlicht door evenveel vensters als er traveeën zijn. Ze geeft uit op het schip en het koor via 99 openingen in groepjes van drie die steunen op 66 slanke zuiltjes. De muurbepleistering, in de tinten van de licht okerkleurige natuursteen, creëert een atmosfeer van warme intimiteit en rust. De decoratie van de kerk werd bewust sober gehouden, om recht te doen aan de imposante en evenwichtige verhoudingen. Alleen de kapitelen doorbreken deze soberheid, zonder echter afbreuk te doen aan de zuivere lijnen. De welving van de grote kapitelen is in volmaakte overeenstemming met de ronding van de rondbogen. 66 kapitelen verfraaien de openingen van de galerij. Ze zijn allemaal verschillend gedecoreerd met gestileerde bloemen- en dierenmotieven. De 28 grote kapitelen, waarvan de kubusvorm aangepast is aan de algemene stijl van de kerk, zijn versierd met historische en dogmatische onderwerpen. Bij de deur van de toren bevindt zich een gedenkplaat van het eerste bezoek van paus Johannes-Paulus II aan de kerk in 1985.
Orgel(s) aanwezig in dit gebouw
Wandelingen die dit gebouw aandoen