Kerk van Sint-Jacob op Coudenberg

2 orgel(s) gerepertorieerd

Voorstelling van het gebouw
Adres :  Koningsplein - 1000 Brussel
Bouwstijl :  Neoklassiek
Bouwperiode :  18de
Bouw : 1776-1787
Architect : Guimard Barnabé et Montoyer
Algemene informatie
Waarschijnlijk is de stichting van een kapel, gewijd aan Sint-Jacob verbonden met de bouw van het hertogelijk paleis op de Koudenberg. In de 13de eeuw vestigde er zich een godsdienstige gemeenschap die rond 1230 de regels van Sint-Augustinus aannam. De kapel kreeg door haar betrekking met het hof een statuut met bepaalde privileges. Zo werden de hertogen in de loop van de 15de eeuw er gedoopt. Pas in 1622 wordt de kerk een parochiekerk. De abdij van Koudenberg werd pas in 1731 opgericht en was maar een kort leven beschoren, reeds in 1786 werd ze afgeschaft. De geschiedenis van de kerk is verbonden met deze van het Koningsplein, voormalig Baljuwplein waar het paleis der Hertogen van Brabant stond. Dat werd in 1731 vernield door een reusachtige brand. Toen besloten werd daar een monumentaal ‘koninklijk’ plein te bouwen, in een klassieke, gesloten en symmetrische stijl, werd tevens besloten de kerk terug in de as van de Hofbergstraat te bouwen aangezien deze tot dan een gotisch gebouw was met een gevel die uitgaf op de Naamsestraat. De financiering van de oprichting van de gebouwen rondom de plaats hing grotendeels af van de Brabantse abdijen en privé-eigenaars. De abdij van Koudenberg nam de kerkgevel en de vier aanpalende huizen voor haar rekening. Karel van Lotharingen legde in 1776 de eerste steen. De gevel werd beëindigd in 1780. De architect Montoyer tekende de plannen van het gebouw dat op 29 oktober 1787 werd ingehuldigd. De kerk werd terug aan de godsdienstige eredienst toegewezen in 1802, natijdens de Franse periode eerst tempel van de Rede en dan tempel van de Wet te zijn geweest. Op dat ogenblik werd het bas-reliëf van het fronton vervangen door een allegorisch oog dat op zijn beurt vervangen werd door een schilderwerk van Portaels. De gevel van de kerk was oorspronkelijk een gewilde terugkeer naar het zuiver klassieke. Het gaat om de transpositie van een Romeinse tempel. In het begin van de 19de eeuw werden er een niveau en een campanile van hout aan toegevoegd. Dat werd in 1849 gewijzigd, toen men er een balustrade en een achthoekige toren met koperen koepel, een werk van Tilman-François Suys in de plaats zette. Door de verwijdering van de gevelbepleisteringen werden de stenen van de kolommen en het portaal zichtbaar. Een wieggewelf met vierkante cassetten bedekt het gebouw, terwijl een koepel de kruising afdekt. Binnenin was oorspronkelijk slechts één beuk gepland. De toevoeging van de zijbeuken gaat terug tot de jaren 1843-1845.
Orgel(s) aanwezig in dit gebouw