Sint-Jozefkerk

1 orgel(s) gerepertorieerd

Voorstelling van het gebouw
Adres :  Radplein - 1070 Anderlecht
Bouwperiode :  20ste
Bouw : 1938-1939
Architect : Van Hove
Algemene informatie
De bouw van deze kerk in het hart van de wijk Het Rad werd aangevat in 1938. Ze werd ingewijd in 1951. Voor de voorgevel werd een matte, vlakke, donkere okerkleurige baksteen gebruikt waarbij de horizontale voegen sterk uitkomen. Het lijstwerk van de deur in het inspringende portaal is massief en vormt op zich een parel in zijn soort: het ronde motief wordt door een vol, massief kruis verdeeld in vier licht doorlatende, kwartronde glasramen. Aan weerskanten van de ingang vervolledigt telkens een groep van drie raamopeningen de bouwlaag onder de tribune. Ter hoogte van de tribune bevinden zich vijf smalle gevelopeningen, de twee uiterste wat lager dan de drie middelste, eveneens gevat in een boog, die door het metselverband en reliëfverschillen in de baksteenvlakken wordt overgenomen. De voorgevel en zijn geveltop met de twee symmetrische hellingen lopen uit op een indrukwekkend stenen kruis. De klokkentoren met vierhoekig grondplan vormt de vanzelfsprekende overgang met de zuidoostelijk georiënteerde zijgevel: hij dringt gedeeltelijk in het dak en springt tegelijk voor ruim een derde van zijn basisoppervlakte uit de beuk. Op elke zijkant lopen langsheen een fijne centraal gelegen lichtgrijze band twee smalle stroken met glasramen over drie vierde van de hoogte van de toren. Deze dubbele banden lopen bovenaan uit in twee rondboogvormige openingen, ter hoogte waarvan de vier hoeken van de klokkentoren door vijf horizontale inkepingen worden verfraaid die over de twee aaneensluitende vlakken doorlopen. Net als het hele dak van dit bouwwerk, is het tentdak van de klokkentoren met leien bedekt. Origineel detail: het kruis in 3D, bovenop de piramide. Uit de grote dwarsbeuk in de zijgevel kunnen we afleiden dat de kerk een kruisvormig grondplan heeft. De gevel van de dwarsbeuk is de bijna exacte kopie van de voorgevel. Ook de middelste travee van het schip wordt aan de buitenkant geaccentueerd door een – zij het veel bescheidener – geveltop met twee dakhellingen. De stijl van de achtergevel is totaal verschillend, met een koor met twee dakniveaus – het laagste plat en het bovenste halfkegelvormig. In verticale doorsnede loopt dit laatste door in een dak met twee hellingen; het sluit via kielgoten aan op de dwarsbeuk. In tegenstelling tot de zuidwestelijke zijgevel leiden aan de zuidoostelijke kant zes treden naar de ingang tot de zijbeuk. Het interieur van dit bouwwerk is met zijn rondboog met geribde tongewelven in de beuk een meesterwerk. Onder de tribune bevinden zich naast het portaal een op zichzelf staande kapel aan de linkerkant en de doopvont aan de rechterkant, met een granito trap met reling in metalen buizen naar de tribune. Verder in de beuk zitten in de eerste travee drie lage raamopeningen, in de tweede drie hoge raamopeningen – de buitenste wat lager dan de middelste – en de derde travee telt opnieuw drie lage raamopeningen. Het transept wordt overspannen door een ribgewelf, terwijl de twee delen van de dwarsbeuk een tongewelf hebben. Het koor wordt verlicht via twee bouwlagen met zes rondbogige nissen via tien glasramen die taferelen uit het leven van Christus uitbeelden. Twee van de onderste nissen zitten verborgen achter deuren die toegang bieden tot bijgebouwen. De vloerbetegeling is in ongeglazuurd gres, zwart in de middengang en okerkleurig aan weerszijden daarvan. De glasramen van de beuk zijn opgebouwd uit vierkante modules in bleke tinten van blauw, wijnrood, geel en bruin. Die van de zijbeuk tonen bovendien gevleugelde personages in feller rood, blauw en grijs. De plafondverlichting bestaat uit twee rijen bollen in melkglas.
Orgel(s) aanwezig in dit gebouw