Orgelkast - architect - bijzonderheden Patrick Collon
Orgelkast - plaats In het koor, helemaal achterin de laatste travee (en dit sinds de komst van het Grenzing-orgel). Oorspronkelijk, in 1977, bevond het orgel zich in de tweede travee van het koor. Vanwege de restauratie van het koor werd het orgel naast het altaar, aan het begin van het dwarsschip geplaatst. Vervolgens stond het gedurende enige tijd tegenover de kansel, alvorens op zijn huidige plaats terecht te komen.
Orgelkast - stijl Duitse neobarok
Gebruikte materialen Eik
Opstelling van de pijpen Diatonisch (lage tonen), voorts in grote terts
Beschrijving van de orgelkast Effen eiken orgelfront. Vier velden op het eerste niveau, met het eerste octaaf links en rechts. In het midden bevinden zich de pijpen van het grootorgel en het pedaal, vanaf de c, in grote tertsopstelling. Pijpwerk in het front in tin.
Speeltafel - plaats In venster onder het front
Speeltafel - materialen Eik
Persoon belast met het onderhoud Pieter Vanhaecke
Datum/periode van het onderhoud Op aanvraag
Ventilator - beschrijving In de onderkast
Stemming Diapason 440 Hz
Stemming - bijzonderheden Bij 16°C
Temperatuur Werckmeister III
Akoestiek ± 5 seconden
Orgelbouwer(s) Patrick Collon