glossarium


“Balans of wip (tuimelaar)”
Tractuur, mechanisch
1° De balans of wip is een fijn stukje hout dat zoals het woord zegt in het midden scharniert rond een asje, pin of kam. Het onderdeel wordt gebruikt bij het regeerwerk van de noten voor een windlade die parallel staat met het klavier maar op een grotere afstand. Een rugpositief bevindt zich bijvoorbeeld achter de organist, terwijl het klavier zich voor hem of haar bevindt. De abstracten of stekers gaan verticaal naar benden, de balans(en) of tuimelaar(s) brengt of brengen de beweging naar achter, onder de organist door, tot waar ze verticaal tegen het ventiel zal duwen. Als de horizontale afstand te groot is, wordt ook wel met twee tuimelaars gewerkt, aan beide uiteinden. Ook bij de speelhulp (klavierkoppels) en het registermechaniek wordt van tuimelaars gebruik gemaakt of in het geval van een pneumatische tractuur (Barkermachine). 2° We spreken over een balanstrede of -pedaal in het geval van een balans op de speelinrichting die door de organist bediend wordt, respectievelijk met de tip en de hiel van de voet. Dit soort pedalen wordt gebruikt voor het openen en sluiten van de jaloezieën van de zwelkast (zwelpedaal) of voor het algemeen crescendo. Een gelijkaardig systeem werd vroeger gebruikt voor het in werking stellen van de pomp die de magazijnen moet vullen. We spreken in dat geval van een balgtrede.
Alfabetisch glossarium
Glossarium per categorie